Gemeente neemt provinciale boeterichtlijn over

Foto:

Het college van burgemeester en wethouders heeft de bevoegdheid om een last onder dwangsom op te leggen aan overtreders. Bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom en het maximum van het te verbeuren bedrag heeft het college een ruime mate van beleidsvrijheid. De hoogte van de dwangsom kan en moet op de ernst van de overtreding worden afgestemd en tot doel hebben de overtreding tegen te gaan of te voorkomen.Om gebruik te maken van de bevoegdheid om een dwangsom op te leggen is het geen wettelijke eis dat het college daarvoor een beleidsregel dan wel richtlijn vaststelt. Maar om reden van uniforme handhavingspraktijk, rechtszekerheid en transparantie richting alle belanghebbenden heeft dit echter wel de voorkeur. Daarom heeft B&W besloten een provinciale leidraad voor het opleggen van dwangsommen en andere bepalingen daaromtrent geheel over te nemen.

Gemeenten, provincie, politie, waterschappen en het Openbaar Ministerie handhaven in Overijssel op dezelfde manier. Zo kan willekeur voorkomen worden.

Zelfde feiten, verschillende boetes
Bij de hoogte van de dwangsommen houdt de gemeente rekening met de omvang van de onderneming, het bouwplan, omvang en ernst van de schade, mate van overlast en de vereiste investeringen. Gekeken kan worden onder andere naar de rechtsvorm, kapitaal, draagkracht, het aantal werknemers, de omzet en de winst van betrokkene. Voor de kleinere overtredingen en bedrijven kunnen genoemde bedragen verlaagd worden en voor de grote overtredingen en inrichtingen verhoogd.

De hoogte van de gekozen bedragen en het maximum te verbeuren bedrag dienen tot doel te hebben de overtreding tegen te gaan of te voorkomen; reparatoir te zijn. De dwangsom mag niet het karakter van een straf krijgen; mag niet punitief zijn.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen