Met een missie naar de Fiji-eilanden

Kim de Graaf en Kim van der Meer
Kim de Graaf en Kim van der Meer
Foto: Redactie

Kim de Graaf en Kim van der Meer wisten van jongs af aan zeker dat ze de zorgsector in wilden. Maar dat ze ooit naar de Fiji-eilanden zouden afreizen om daar een maandlang vrijwilligerswerk te verrichten was een half jaar geleden nog ondenkbaar. Momenteel echter bereiden deze ‘moraalridders’ van 17 en 18 jaar zich voor om in juli af te reizen naar de andere kant van de wereld. Hun missie? “Het bieden van een betere toekomst voor kinderen die het stukken minder hebben dan wij.”

Ontspannen zitten ze bij de vader van Kim van der Meer in Reutum aan de keukentafel. Bij beide dames is geen spoor van spanning of onzekerheid te bekennen. Integendeel; gemotiveerd vertellen zij over het vrijwilligersproject Abroad. Het ontstaan ervan heeft echter een emotionele reden. Kim de Graaf legt uit dat haar moeder in 2013 op 44-jarige leeftijd plotseling is overleden. “Zij zat zelf ook in de zorg. Met haar nalatenschap wilde ik iets moois doen. Iets wat niet materieel is, maar een onderneming waarvan ik zeker weet dat mama het toegejuicht zou hebben. Met mijn vriendin Kim sprak ik regelmatig over mijn wens om kansarme kinderen te helpen. Zij loopt nu stage op een school voor kinderen met een beperking. Na mijn examen ga ik studeren voor verpleegkundige. We zitten dus wat betreft onze toekomst op één lijn.”

Armoe en rijkdom

Kim van der Meer vult haar vriendin aan: “We werden telkens enthousiaster en waren er in eerste instantie van overtuigd naar Afrika te willen. Maar, met het oog op ebola was dat al gauw geen discussiepunt meer. Bovendien kwamen wij in onze zoektocht erachter dat er op de Fiji-eilanden dringend behoefte is aan hulp. Dat wisten wij niet, temeer omdat deze eilanden bekend staan als paradijzen waar veel ‘upperclassers’ hun vakantie doorbrengen. Maar dat armoe en rijkdom heel dichtbij elkaar liggen blijkt zeker in deze contreien.”

Goed onderdak

Na de nodige mailwisseling met de organisatie bleek het nog niet vanzelfsprekend dat de dames zonder twijfel welkom zouden zijn. Kim de Graaf: “We moeten aan veel eisen voldoen. Ons Engelse taalvermogen wordt uitgebreid getest, een onafhankelijk persoon moet onze persoonlijkheid omschrijven, we moeten natuurlijk de nodige inentingen ondergaan en een verklaring van goed gedrag overleggen. Maar ook financieel worden er eisen gesteld. Zo moeten we de reis- en organisatiekosten zelf betalen. Achteraf is dat begrijpelijk. Mensen die niet van goede wil zijn kunnen immers gauw misbruik maken van de situatie. Fiji is een prachtig vakantieoord. Na aankomst zou men zomaar eenvoudig kunnen vertrekken richting zonovergoten stranden, zonder een (vrijwilligers)hand te hebben uitgestoken.” Voor Kim en Kim zal het echter allesbehalve vakantie vieren worden. Na een vliegreis van 2 dagen wordt hen onderdak geboden bij een gastgezin waar ze een maand van tevoren contact mee krijgen. Deze mensen bieden de meiden een slaapgelegenheid en zorgen dat ze goede maaltijden krijgen.

“Waar we uiteindelijk komen te werken is ons nog niet bekend, maar onze voorkeur gaat uit naar kinderen in een weeshuis, kleuterschool of opvang voor kinderen met een beperking. Deze kansarmen zullen we vijf dagen in de week gaan begeleiden in de vorm van onderricht, vermaak en verzorging.”

Voldoening

Ondertussen laten de dames enthousiast foto’s zien van kleine, donkere dreumesen. Kinderen die zich stralend laten fotograferen bij vrijwilligers op de arm. Op de vraag tot slot of ze een maand lang kunnen leven zonder de vanzelfsprekende luxe hier in Nederland knikken ze overtuigd. “Kinderen blij maken door hen eenvoudigweg aandacht te geven, geeft wellicht meer voldoening dan een maand lang luieren aan het zwembad.” Dan, niet zonder een grimas: “Bovendien lijkt het ons wel handig een periode lang niet te hoeven nadenken wat we vandaag aantrekken!”

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen