Annemarie (23) staat haar mannetje tussen de andere blusgasten

Annemarie Paalhaar
Annemarie Paalhaar
Foto: Mark Mensink

Zilverblond haar, vrouwelijk én jong: Annemarie Paalhaar voldoet in eerste instantie geenszins aan het stereotype van een onbevreesde brandbestrijder.

Toch is niets minder waar. Ze is zelfs de enige dame tussen vele brandweermannen – althans voor nu, want over een weekje start de vrouwelijke blusgast met een officiersopleiding. Het ‘heilige vuur’ brandt dus volop in haar. “Mooi dat we er weer een vrouw bij hebben, kreeg ik vooral te horen. Maar ik hoef niet zozeer in de belangstelling te staan; ik ben net als de rest.”

Vroeger droomde de 23-jarige brandweermeid nog van een toekomst als crimefighter bij de politie. Die wens is inmiddels ingeruild voor een loopbaan bij een totaal andere hulpdienst: het brandweerkorps van de Veiligheidsregio Twente. “Ik zag een keertje een brandweerwagen rijden en dacht toen ‘hey’. Tja, het was eigenlijk nooit eerder in me opgekomen. Ik ben daarna naar een informatiedag geweest en was meteen verkocht.”

Nieuwe aanwas

Haar vaste locatie is voorlopig nog de kazerne in Tubbergen, waar zij net als een vijftal jongemannen de nieuwe en – gezien de snel toenemende vergrijzing onder haar oudere collega’s – ook de broodnodige aanwas vormt. “Ik heb gemerkt dat ze niet zo ouderwets meer zijn als vroeger; dat iedereen in hokjes dacht en de jongeren niks te vertellen hebben. De ervaren collega’s staan ook open voor onze inbreng. We kunnen juist van elkaar leren.”

De directe voorgangster van Annemarie op deze kazernelocatie is stomtoevallig tegelijkertijd haar buurvrouw, al heeft dit niks te maken met d’r keuze om als brandweerlid aan de slag te gaan. Inmiddels heeft ze alle lichamelijke en psychische tests, om überhaupt toegelaten te worden tot de behoorlijk veeleisende opleiding, glansrijk doorstaan. Wat is het geheim? “Het is echt niet zo dat ik aan de gewichten ga hangen voor de brandweer”, zegt ze hoofdschuddend. Een voorbeeld heeft ze direct paraat: “Als je een zware hydraulische schaar in handen moet nemen, komt iemand je meteen wel helpen. Dat geldt trouwens voor mannen net zo. Daarin zit totaal geen verschil. Ik hoef ook niet sterker te worden dan ik nu ben.”

Pyjama

Ze is daarmee gewoon één van de jongens, benadrukt Annemarie. “Ik zit me bijvoorbeeld in dezelfde kazerneruimte om te kleden als de rest, de kerels. Ze staan daarbij soms in hun onderbroek. Prima. Zeker als het warm is, hou je niet nog eens een lange broek aan onder je pak. Ik heb er niet zo’n moeite mee om daar tussen te zitten.” En lachend: “Als je ’s nachts uitrukt, kom ik daar gewoon in m’n pyjama aan. Gisteren bijvoorbeeld. Toen lag ik nog in bed. De pieper ging af en daarop ben ik meteen in de auto gesprongen. Tja, je moet er wat voor over hebben.”

De jonge brandweervrouw bepleit dat er geen uitzondering wordt gemaakt voor ‘het zwakke geslacht’, zelfs niet in bijzondere gevallen. “Ik vind niet dat ze de lijn omlaag moeten halen, dat wij minder hoeven te doen om te slagen dan de mannen moeten. Stel nou dat we een gebouw binnengaan. In een extreme situatie kan het voorkomen dat ik iemand eruit moet halen en die daarvoor op m’n schouders dien te nemen. Dat kan ik”, zegt ze met gepaste trots. “Andersom kan het ook zijn dat een mannelijke collega mij meesjouwt. Wat nu als ik het niet zou kunnen en de collega niet eens met mij naar binnen wil. Dat kan werkt toch niet? Nee, ik wil niet minder kunnen dan iemand anders, dan een man.”

Zware beslissingen

Voor de rest van haar leven een kantoorbaantje is voor Annemarie een weinig aanlokkelijk vooruitzicht, zo heeft ze gemerkt. Daarom gaat ze vol voor een carrière als hulpverlener bij de brandweer. “Het is niet zo dat ik het leuk vind dat er een ongeval of zoiets is gebeurd, maar wel interessant. Je moet dan in heel korte tijd enorm zware beslissingen nemen. En precies dat is wat mij zo boeit aan dit vak.”

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen