Na het succes van de carnavalsviering van het vorige carnavalsseizoen stonden afgelopen zondagmiddag wederom de deuren van de Pancratiusbasiliek open voor de leden van de Schaop’nböll’kes, Schaop’nköpkes, carnavalisten en overige kerkgangers.
Om exact elf minuten over half twee kwamen de carnavalshoogheden, dansmariekes, raden van elf en vele oud-hoogheden onder begeleiding van het hofkoor met hun lied Bi’j oons in Tubbig de basiliek binnen waarna pastoor Casper Pikkemaat iedereen welkom heette bij deze bijzonder viering. De geestelijke liep achteraan deze stoet, waarbij het leek of hij als herder zijn schaapjes naar voren dreef.
Zowel de jeugd als senioren hoogheden namen in de voorste banken plaats, met daarachter hun beider raden van elf. Prins Ronald II en adjudant Walter beten het spits af met hun welkomstwoord op rijm en in plat ‘Tubbigs’.
Misdienaars
Hierna gaf de pastoor aan nog een essentieel onderdeel te missen, namelijk de acolieten om hem in deze viering bij te staan. Op voordracht van de voorzitter werden Thomas Tijink en Daan Withag als vrijwillige misdienaars aangewezen en kregen ze van koster Bekhuis de daarvoor benodigde gewaden. Daarmee was de leiding van de viering compleet en begon de Dr. Schaepmanharmonie met het nummer Wenn nam Sonntagabend.
Het carnavalsgedicht werd weer voorgelezen door Jan Tasche, waarna het hofkoor in combinatie met de Dr. Schaepmanharmonie een eigen lied zong op de klanken van Het kleine café aan de haven. Als gastpredikant was Arie Vreeswijk aanwezig die in zijn preek, hoog vanaf de preekstoel, inging op de lezing die daarvoor door René Droste was uitgesproken. De boodschap was zeer symbolisch maar daarvoor wel door hem duidelijk gemaakt: “maak plezier, maar hou de kleding wit”.
Bijdrage
Nadat de jeugdhoogheden prins Gijs en adjudant Wessel de voorbeden hadden uitgesproken en de klanken van de harmonie waren verstomd gaf voorzitter Huub Frons nog een bijdrage namens de carnavalsverenigingen de Schaop’nböll’kes en Schaop’nköpkes aan de pastoor een bijdrage voor het fonds dat ten gunste komt van de restauratie van het dak van de basiliek. Ook de opbrengst van de collecte gaat naar dit doel.
De hofdames Karin en Sabine droegen aan het einde nog een gedicht voor, waarna uiteraard het slotwoord voor pastoor Pikkemaat was. Hij keek terug op een goede viering en, na het Onze Vader in dialect, werd iedereen bedankt voor de komst en heengezonden.
