Een regionale ‘ambassadeur van de onderbroekenlol’, dat is Bennie Oude Oosterik (56) ten voeten uit.
De met een tweetal pretoogjes uitgeruste Langevener staat al decennialang met zijn voornaamste typetje Bets Pikstrik op de bühnes. Iets wat hij wenst te intensiveren. Want lichamelijk gezien gaat het boeren, tot op heden zijn voornaamste bron van inkomsten, helaas niet meer.
“Mede door een reumatische aandoening heb ik de boerderij moeten afschalen. Al het vee gaat eruit”, vertelt hij met een diepe zucht aan de keukentafel. “Maar goed, daardoor liggen er wel mogelijkheden om me meer met het conferencierswerk bezig te houden. Want in het bedenken, schrijven en repeteren gaat behoorlijk veel tijd zitten.”
Vanwege de strijd tegen het coronavirus werden de meeste optredens van afgelopen en komende maanden afgelast. Toch was er wel vraag voor ‘quarantaineshows’ en zijn de eerste boekingen alweer binnengekomen, aldus Oude Oosterik. “Het mooiste is toch wel optreden op grote feesten, bijvoorbeeld tijdens de carnavalstijd. Maar ook verzorgingshuizen mogen me altijd bellen.”
Dat hij als amateur-cabaretier werkzaam is, is te danken aan de Creatieve Dagen van de toenmalige KPJ in Langeveen. Zo’n 35 jaar geleden inmiddels. “Eén van de onderdelen was een gecombineerd optreden. In die jaren was Medisch Centrum West op de vaderlandse televisie. Daar had ik een parodie op geschreven, Medisch Centrum Oost genaamd, en waarmee we destijds vele prijzen mee hebben gewonnen”, herinnert Oude Oosterik zich met een grote glimlach. “Mooie tijden.”
Daarbij nam hij ook regelmatig de ‘one-man-show’ voor zijn rekening, als het typetje Diek uut de Wiek met verhalen over de Dülle uut de Pülle. “In plaatsen waar ik voor het eerst kom, vertel ik het nog steeds. Na verschillende revuegezelschappen ga ik nu bijna 20 jaar als solist het land in. Mijn werkgebied is eigenlijk tot zover ze m’n Twentse dialect verstaan. En dat is hier ook het Duitse grensgebied”, beschrijft Oude Oosterik. “Op hoogtijdagen deed ik er soms twee op één avond, of ’s middags eentje en dan ’s avonds weer. Maar nu voel ik wel dat de jaren beginnen te tellen… Dus dat gaan we niet meer doen, da’s gewoon teveel. Verder geen probleem: laat die aanvragen voor een boeking maar komen.”
