Voor het doorverkopen van een bedrijfsbusje dat nog deel uitmaakte van een beslaglegging, is een man uit Geesteren vanmiddag veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf.
De directeur van een onderneming uit het buitengebied van Geesteren moest vandaag rond het middaguur voor de rechtbank in Almelo verantwoordelijkheid afleggen voor het verkopen van een goed waarop eerder beslag gelegd was. Het ging om een busje van het merk Ford, dat in mei van vorig jaar door de verdachte verkocht werd. Hij verklaarde bij de politie niet zeker te zijn of er nog een beslag op de auto lag.
Een gerechtsdeurwaarder deed aangifte, waardoor de Geesternaar nu voor de politierechter moest verschijnen. Hij gaf aan spijt te hebben van zijn onrechtmatige daad en er op dat moment niet bij stil te hebben gestaan welke consequenties het zou kunnen hebben. “Achteraf gezien had ik het kunnen weten. Ik kan er ook niemand anders de schuld van geven”, aldus de 51-jarige man. “Die Transit is voor maar €100 verkocht, was gewoon slooprijp en had eigenlijk geen waarde meer.”
Volgens mr. Esther Bos, de dienstdoende politierechter, had de ondernemer best kunnen weten dat hij fout zat – zoals de man zelf overigens al toegaf. Ze vonniste hem tot 40 uur voorwaardelijke werkstraf, waar het OM het dubbele had geëist, met een proeftijd van 2 jaar.
SenS Management, opdrachtgever van de beslaglegging, wilde ook nog via deze strafzaak een bedrag van €2.000 als vordering laten opleggen. Maar zelfs al de officier van justitie zag dit als een civiele materie en de rechter wees het dan ook resoluut van de hand.
