Interview met… Bas Olde Hampsink

Foto:

Relatief onbekend, maar zeker niet onbemind. Nieuwe kandidaten op de kieslijsten van politieke partijen zijn veelal reeds maatschappelijk betrokken en hebben daardoor al enige ervaring opgedaan voor de publieke zaak. Echter, het is meestal wel de eerste keer dat ze voor het voetlicht komen en publiekelijk hun standpunten kenbaar maken. Bas Olde Hampsink (54) is zo’n nieuwe ster aan het firmament, namens het CDA.Als je jezelf zou moeten omschrijven, wat komt er dan als eerste in je op?
“Ik heb eigenlijk altijd in Tubbergen gewoond, afgezien van ongeveer 15 jaar dan. Dat was vooral gedurende mijn studieperiode en een poosje erna. Vanaf ongeveer 1990 ben ik hier weer terug. Samen met m’n vrouw heb ik een samengesteld gezin, met in totaal 5 kinderen. Wat m’n werk betreft ben ik al jaren verbonden aan Saxion Hogescholen in Enschede en Deventer. Daar heb ik eigenlijk 2 functies. Ik zit in het managementteam van de academie ‘Creatieve Technologie’ en ben er ‘innovatieregisseur’. Voor de hogeschool ben ik zeer nauw betrokken geweest bij het opstarten van 5 of 6 opleidingen, zoals MIC (Media, Informatie en Communicatie) en ‘Kunst en Techniek’. Ook ben ik mede-oprichter van Stichting Fris, een platform voor ondernemende creatievelingen. Ik voetbal met een vriendengroep onder de naam Atletico Pompeï, iets dat al 26 jaar bestaat. En ik mountainbike geregeld. Ik zit in de werkgroep van TVC’28 voor de afdeling zaalvoetbal, dat wordt opgestart zodra de nieuwe sporthal er is. Daardoor spreek ik best veel ’talen’. Ik kan makkelijk praten met boeren want ik ben de zoon van een molenaar/eigenaar veevoederbedrijf, de jeugd, ben veel in overleg met ondernemers en met de landelijke overheid. Communicatie is bijna overal het cruciale onderdeel. Ik denk dat dit in de politiek ook erg belangrijk is. En je moet bereid zijn een mening bij te stellen zodra je wat betere argumenten hoort.”

Waar komt jouw motivatie, om politiek actief te worden, vandaan?
“Je kunt kritiek hebben op het systeem, op de dingen die niet goed werken. Maar je maakt er zelf ook deel van uit – nietwaar? Ik wil er graag m’n steentje aan bijdragen om het beter te maken dan het is. Kijk, ik ben allereerst gepolst – net als de anderen – of ik er iets voor voel om mee te denken. Dan ga je daarin verder en vervolgens is me ook gevraagd of ik me verkiesbaar wil stellen. En daarna of ik op deze plaats zou willen komen te staan. Op alles heb ik positief geantwoord; ik pak het met beide handen aan. Wat ik daarbij direct gevraagd heb, is met welke anderen ik dan samenwerk. Want dat vind ik heel belangrijk. Ik ben een teamspeler, bepaald geen ‘Einzelgänger’. Met deze relatief jonge groep mensen op de kieslijst ben ik heel blij. Ik snap ook wel dat sommigen misschien even fronsten toen ze hoorden dat er flinke vernieuwingen werden doorgevoerd, maar veranderingen roepen altijd weerstand op. Dat is gewoon zo. Het CDA is een traditionele partij, maar de hevige concurrentie noopt ons ertoe om dingen anders te gaan doen. We moeten keuzes maken, creatiever zijn, jongeren meer aanspreken. Wellicht is het landelijk nog niet zover, maar lokaal willen we dat wel.”

Welke grote uitdagingen zie je en hoe moeten deze volgens jou het beste aangepakt worden?
“In ons verkiezingsprogramma draait het om 3 dingen: Basiszorg, Buurt en Banen. We moeten ervoor zorgen dat de samenleving sterk en gezond is. Niet alleen op economisch vlak, want dat wordt daar vaak mee bedoeld of eraan gekoppeld. Dit denken mensen vaak, maar je ziet tegelijkertijd steeds meer dat materiële zaken bepaald niet gelukkiger maken. Neem zoiets als Tubbergen Bruist. Dat moet – vind ik – een groot succes worden. Maar niet alleen meer omzet voor ondernemers is daarbij van belang. Ouderen moeten zich veilig voelen, jongeren moeten een eigen plekje hebben. We moeten er een gezamenlijk belang en succes van maken. Daarbij gaat het om alle 9 kernen van de gemeente. Die zijn allen van belang. Waar ik tevens een grote kans zie, is richting Duitsland en in de regio. Er ligt een heel achterland waar we nu nog geen, dan wel veel te weinig gebruik van maken. Niet alleen qua toerisme, maar ook voor bijvoorbeeld de agrarische sector. Daar liggen kansen en zullen we moeten innoveren. En als gemeente zijnde dienen we ook hiervoor voor een goed klimaat te zorgen. Vaak worden we door regels en wetgeving tegengewerkt, terwijl die er nou net voor zouden moeten zorgen dat iets tot stand komt. Juist in een gemeente is de samenleving van belang, meer nog als landelijk. Met name op het gebied van jeugd, werk en zorg. We kunnen veel samen met Dinkelland oppakken, dat vind ik een goed idee. Samen sta je immers sterker. Dat merk ik ook op de Saxion hogeschool, waar samenvoegingen de normaalste zaak van de wereld zijn. Maar uiteindelijk verlies je de student of – in het geval van een gemeente – de burger, uit het oog. Dat moeten we voorkomen. Daarom moeten we ons inzetten voor de dingen die ons bindt. Ondernemers, dorpsraden, verenigingen. Dat is de beste oplossing voor de uitdagingen die op ons afkomen. Maar sowieso vernieuwingen doorvoeren.”

Hoe ga je zorgen dat jijzelf en je standpunten meer bekendheid krijgen?
“Nu houd ik me bezig met de invulling van mijn kandidaatstelling en die van de andere CDA kiesleden. Daaronder valt ook het samenstellen van een mediateam. Ik ken daarvoor, mede vanuit m’n werkzaamheden voor Saxion, een aantal zeer getalenteerde jonge mensen. Het gaat er immers om wat men kan. Met hen samen gaan we een PR- en mediaplan opstellen. Dus hoe we de komende tijd in de publiciteit willen komen, hoe we onze standpunten het beste kenbaar kunnen maken. Deels zal dat via social media gaan en deels op de ouderwetse manier, om toch iedereen te kunnen bereiken. Ook na de verkiezingen zullen we op een effectieve manier de burgers betrekken bij gemeentezaken. Ook dit zal gaan met het inzetten van verschillende oude en nieuwe media. Uiteraard wordt dit afgestemd met het mediateam.”

bas-olde-hampsink

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen