Een politieke kopgroep van de liberale stroming binnen de gemeente Tubbergen, verenigd in Gemeentebelangen/VVD, heeft gisteravond een interactieve bijeenkomst gehad met de lokale onderwijswereld: Canisius en de TOF. Hier waren tevens enkele ouders, hulpverleners en andere geïnteresseerden bij.
Via een aantal soms stevig aangezette stellingen werd het gesprek op gang gebracht, al hadden de aanwezigen zelf ook wel genoeg praktijkervaringen om over na te denken achter de hand. Er werden vele vragen gesteld, waarop geduldig en zo duidelijk mogelijk via Cas Bartman (Tubbergse Onderwijsfederatie) en Maaike Hagedoorn (Canisius Tubbergen) een antwoord kwam.
Uitdagingen genoeg
De open discussie over allerlei onderwijsgerelateerde zaken volgde… Uiteraard kwamen de constante veranderingen – door de loop der jaren heen – op het gebied van studieniveaus en indelingen, leerlingenaantallen en goede huisvesting aan de orde. TOF-voorzitter Bartman sprak van een daling in de hoeveelheid schoolkinderen, in 10 jaar tijd, van 40%. “Zo’n 7 á 8 jaar geleden zaten we aan de top met 2.800 leerlingen. Inmiddels is dat gedaald naar 2.000 en de verwachting is dat het de komende jaren op 1.600 zal stabiliseren. Dat is ook iets dat we hopen, want anders hebben we een nog groter probleem. Nu staat al een 1/3e deel van de schoolruimten leeg, waar anders les zou worden gegeven.”
Bartman gaf aan dat in elk geval de landelijk vastgestelde normen voor nieuwbouw van schoolgebouwen niet deugt. “Daar komt men in veel gemeenten nu wel achter. Die normen zijn veel te sober. We hoeven geen gouden kranen of iets dergelijks, maar het moet wel een beetje fatsoenlijk ingericht en uitgerust zijn.”
‘Toekomst-proof’
Er werd afgesloten met een korte rondleiding door het gebouw, waarbij met name het onlangs gerenoveerde deel de aandacht kreeg. Directrice Hagedoorn legde hierbij uit wat de beweegredenen voor de modernisering waren en welke invloed dit inmiddels heeft op de dagelijkse lespraktijk. Ook verhaalde ze over een werkreis die ze naar Noorwegen had gemaakt, om daar te aanschouwen hoe dat onderwijssysteem werkt. Zij bleek vooral onder de indruk van het gebrek aan speciaal onderwijs, dus voor kinderen die lichamelijk of geestelijk gezien beperkingen hebben. “Die leerlingen gaan naar een reguliere school en doorlopen deze, waar nodig met externe hulp. Ook over andere dingen is goed nagedacht, misschien wel beter dan in Nederland het geval is. Zo is er een speciaal bankje. Als een kind hierop gaat zitten, weten de anderen dat hij/zij op aanspraak van anderen wacht. Daarmee ondervang je een stuk eenzaamheid en hoeven kinderen niet bang te zijn om bij een bepaald iets er helemaal alleen voor te staan”, omschrijft Hagedoorn. “Van jongs af aan leren ze zulke omgangsregels.”
De (aanstaande) commissie- en raadsleden van GB/VVD keerden daarna bepakt met nieuwe informatie en frisse ideeën voor hun verkiezingsprogramma huiswaarts.
