Jagers zaaien voor voedsel en schuilplaatsen van verschillende diersoorten

Harrie Godeke en Barend Wijman, 2 jagers die in de gemeente Tubbergen hun jachtgebied hebben, zijn afgelopen zaterdag druk in de weer geweest met het inzaaien van een strook land in de nabijheid van Albergen.

Door het zaaien van dit soort stroken en weides bieden jagers verschillende diersoorten voedsel en dekking. Daardoor is de kans groter dat jongen van bepaalde diersoorten – ook soorten die het moeilijk hebben – overleven, zoals patrijzen.

Jagers hebben een verplichting om te zorgen voor de diersoorten in het veld dat ze pachten. Dit doen ze in het voorjaar onder andere door het inzaaien van speciale kruiden- en bloemenmengsels. De soorten die ze daarmee helpen zijn soorten die jagers mogen bejagen, maar ook soorten die niet bejaagbaar zijn. Ieder jaar roept de Jagersvereniging haar leden op om zoveel mogelijk hectares in te zaaien.

Zaadmengsel

Om te zorgen voor een maximale kans op succes is gekozen voor een mengsel met 3 soorten, die men nagenoeg overal kan zaaien: gele mosterd, phacelia en boekweit. Phacelia zorgt voor voedsel voor insecten, de insecten zijn op hun beurt weer voedsel voor vogels zoals de patrijs. De gele mosterd zorgt ervoor dat hazen en reeën zich kunnen verschuilen. Tevens levert de gele mosterd samen met de boekweit voedsel voor zaad-etende vogels, zoals de fazant en geelgors.

Het mengsel staat ongeveer 6 tot 8 weken nadat het gezaaid is in bloei.

Natuurbeheer

Er zijn 27.000 jagers in Nederland. Elke jager steekt gemiddeld 44 uur in het aanleggen en beheren van natuur. Elk van de 300 lokale jagersverenigingen (wildbeheereenheden ofwel WBE’s) legt jaarlijks gemiddeld 400 m2 bos, akkerranden en singels aan.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen