Stichting Behoud Twents Landschap (SBTL) heeft een uitgebreid bezwaarschrift opgesteld tegen het beleidsvoornemen van de NOT-gemeenten (Dinkelland, Losser, Oldenzaal en Tubbergen) om 240 meter hoge windturbines en 100 meter hoge 'dorpsmolens' toe te staan in Nationaal Landschap Noordoost-Twente.
De opstellers verklaren daarin expliciet zich niet te willen beschouwen als klimaatontkenners en willen ook vanuit een gevoelde noodzaak mee werken aan de energietransitie in Noordoost-Twente.
De bezwaren richten zich op een viertal onderwerpen:
- De in het beleidsvoornemen gemaakte keuzen zowel wat betreft de voorgestelde keuzegebieden voor plaatsing van megaturbines van 240 meter hoog, alsmede de keuzegebieden voor plaatsing van zogenaamde dorpsmolens van rond de 100 meter hoog
- Het daaraan verbonden voornemen de grenzen van het bestaande Nationaal Landschap Noordoost-Twente zodanig te verkleinen dat plaatsing van voornoemde windturbines mogelijk wordt
- De wijze waarop er draagvlakonderzoek plaatsvindt onder de inwoners en belanghebbenden in Noordoost Twente
- De onvolledigheid waarop het concept-windbeleid is opgesteld
In maart van dit jaar had SBTL al aangegeven in een eerdere zienswijze het voornemen tot indienen van een bezwaarschrift te doen vergezellen van een voorstel met alternatieven. Daarbij gaat het enerzijds om alternatieve locaties ruim buiten het Nationaal Landschap Noordoost-Twente, anderzijds om alternatieven voor windenergie.
Alternatieven
Beide aspecten krijgen in het bezwaarschrift uitgebreid aandacht. Voor wat de locaties betreft kiest SBTL er in eerste instantie voor het advies te volgen van het College van Rijksadviseurs, dat een jaar geleden onder de titel Via Parijs is verschenen. Hierin wordt afstand genomen van het zogenaamde 'confettimodel', een model waarin 3.000 en mogelijk straks 6.000 windturbines over het land uitgestrooid worden. "Effect hiervan is een overal aanwezige en voelbare 'landschapspijn', waarin door heel Nederland geplaatste windturbines het landschappelijke uitzicht bepalen. De voorkeur van locaties wordt bepaald door plekken waar veel wind waait (veel meer wind dan in Noordoost-Twente) en locaties in nieuwe ontginningsgebieden. Voor Overijssel levert dat twee regio’s op: rond Hardenberg en in West-Overijssel, vlak tegen de polders aan."
Ten aanzien van alternatieve oplossingen wil SBTL een véél groter aandeel in maatregelen ter bevordering van isolatie en de plaatsing van zonnepanelen op daken. "Geconstateerd wordt dat met een aandeel van 6 procent zonnedaken bij particulieren hier nog een hoop ruimte te winnen is. Opvallend is dat het niet bij woorden blijft. Er is op basis van een doorrekening van een rapport uit 2018 van Deloitte aangegeven dat de gehele behoefte aan elektriciteit in Noordoost-Twente uitsluitend met behulp van zon te genereren is..."
Bezwaarschriften burgers
SBTL roept inwoners van Dinkelland, Losser, Oldenzaal en Tubbergen op om ook individuele bezwaarschriften in te dienen bij hun eigen gemeentebestuur. De concepttekst van een uitgebreid bezwaarschrift is
hier te downloaden . Vervolgens hoeft deze zienswijze alleen nog maar ondertekend en ingediend te worden.
De gemeentebesturen is door SBTL gevraagd met een fatsoenlijk inspraakbeleid en dito draagvlakonderzoek te komen. "De recent uitgevoerde enquête is alleen onderzoek binnen een reeds gemaakte keuze dat er windturbines moeten komen en stelt niet de veel fundamentelere vraag of er überhaupt windturbines gewenst zijn in Noordoost-Twente."
Een petitie die SBTL zelf is gestart, heeft inmiddels bijna 2200 reacties opgeleverd. Hiervoor werden recent ook flyers in De Lutte, Beuningen en Geesteren verspreid.