Tubbergse drugsdealer voorlopig nog achter tralies

Foto: Robert Hoetink / Novum Media

Hoewel zowel het OM als zijn advocaat vanmorgen bepleitten dat de voorlopige hechtenis van de 25-jarige drugsdealer en -gebruiker M.R. uit Tubbergen wel opgeschort kon worden, gaan de strafrechters die zijn zaak behandelen daar niet in mee. Over waarschijnlijk 2 weken doen zij alsnog uitspraak en tot die tijd blijft hij achter de tralies.

In 2010, 2011, 2014 en 2015 is de Tubbergenaar eveneens veroordeeld voor drugsbezit en/of -handel.

M.R. zit sinds 25 maart jongstleden vast, nadat hij in Albergen met zijn auto aan de kant werd gezet door de politie. Bij de daaropvolgende doorzoekingen vonden de agenten 2 ampullen met amfetamine (speed) en ruim 1 liter GHB. Voor deze drugs heeft hij verschillende verklaringen. Zo zou het bij de eerstgenoemde om een cadeautje c.q. oude drugs, van een vriend die zijn auto geleend had, gaan. Na zijn aanhouding trapte de verdachte nog een ruitje van het cellencomplex stuk, zo geeft hijzelf ook toe.

Sociale problematiek

M.R. is naar eigen zeggen verslaafd geweest, maar nu niet meer. Volgens hem was de GHB voor zijn verjaardag bedoeld, wat enkele dagen na zijn arrestatie was. De drugs zouden dan worden gedeeld met een aantal van zijn vrienden.

Sinds zijn 15e/16e gebruikt M.R. harddrugs. Rond 2010 heeft hij in een kliniek van Tactus gezeten. “Daarna gebruikte ik alleen nog recreatief, uppers en downers. Laatste jaren zat daarin wel een dalende lijn. Af en toe speed, maar vooral GHB. Wel steeds minder. Per maand gemiddeld eens of per 2 maanden een keertje”, zo antwoordde de verdachte op vragen van de rechtbank. “Achteraf gezien is het een domme en impulsieve actie geweest. Uit frustratie vooral. Ik heb geen GHB nodig. Ik heb ADHD, ben soms heel druk en doe dan dingen pas op het laatste moment. Regelmaat en rust is het beste, de medicatie tegen ADHD werkt goed.”

Toch verviel M.R. door omstandigheden weer in oude gewoontes. Volgens een vriend van hem had hij in 1 jaar tijd 7 keer 1 liter GHB van hem gekocht. Daarbij werd afgesproken op afgelegen plekjes, om ontdekking te voorkomen. De reclassering vindt dat zijn gedrag past bij een ernstig verslaafde jongeman. Hij denkt zelf niet verslaafd te zijn, maar ondertussen speelt de drugs een grote rol in zijn leven. “Ik trakteer direct op gebak als ik jarig ben en niet op bijvoorbeeld GHB”, zo omschreef één der rechters het. “En dan juist in een periode dat u bij uw positieven moet zijn om uw vriendin te steunen. Het is daarom lastig te geloven dat u niet meer verslaafd bent.”

Strafeis

“De reclassering wil niet met u verder. U bent gewoon verslaafd. Misschien moet iemand dat maar gewoon eens tegen u zeggen. U zegt bereidt te zijn hulp te aanvaarden, maar in het verleden is al gebleken dat dit niet werkt. Geloof me, als ik u hier nog weer zie, en dat hou ik in de gaten, dan zorg ik ervoor dat u nog veel langer vast blijft zitten. Ik wil u hier dan ook niet weer zien. Volgens mij weet u precies hoe u zich moet opstellen, sociaal gezien, om geloofwaardig over te komen. U komt hier binnen, netjes gekleed en naar de kapper geweest. Maar van uw verhaal geloof ik helemaal niets”, aldus de officier van justitie.

Volgens de officier van justitie is bewezen dat de Tubbergenaar eigenaar was van de door het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) onderzochte amfetamine en GHB. Na enige berekening, waarbij rekening wordt gehouden met de consumptie van vrienden en kennissen, komt het OM tot de slotsom dat het om zo’n 80 shotjes GHB voor M.R. zelf moet gaan. “We zitten met hetzelfde dilemma als waar de rechtbank mee worstelt. Namelijk dat u stelt uw vriendin door de moeilijke tijd heen te helpen, maar ondertussen een verjaardag willen vieren met GHB. Volgens mij snapt iedere aanwezige wel dat zoiets nou niet bepaald de beste manier is.”

Het OM eist 180 dagen gevangenisstraf, waarvan 101 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast bepleit de officier van justitie een meldplicht bij de reclassering, een drugsverbod met verplichte urine- of bloedtest en een ambulante behandeling bij een instelling. Inmiddels zit M.R. al 79 dagen in voorlopige hechtenis. “Dit is uw laatste kans”, aldus het OM.

Advocaat wil vrijspraak

Volgens de advocaat van M.R. is er sprake van een ernstige schending van zijn rechten. “Hij is er niet op gewezen dat hij het recht om te zwijgen heeft toen hij met zijn auto staande werd gehouden. De politie had moeten aangeven dat hij verdachte was. Die vraag ‘heb je drugs bij je?’ stellen ze immers niet voor niets. Dan hadden ze ook niet in de auto gehoeven. Daarom bepleit ik een bewijsuitsluiting. De consequentie hiervan is dat de speed niet gevonden was, de auto niet naar het bureau hoefde, de GHB niet gevonden zou zijn en mijn cliënt hier vandaag niet aanwezig zou zijn. Ik eis daarom een volledige vrijspraak. Mocht de rechtbank daar niet in mee willen gaan, eis ik een gedeeltelijke vrijspraak. Voor het bezit van de speed heeft cliënt al aangeven dat deze niet van hem waren. Hij wist ook niet dat het aanwezig was.”

Het OM veegde de bezwaren van de advocaat van tafel. “Over de rechtmatigheid van het bewijs heeft de rechter-commissaris zich al uitgesproken. Dergelijke controles worden gedaan i.v.m. ambtshalve kennis bij de desbetreffende agenten. Gezien zijn verleden is het eerder aan de beurt dan een ander. De politie moet z’n werk kunnen doen. Dat hebben zijn gedaan, en netjes ook. Wat zijn zwijgrecht betreft, heeft hij gezien zijn strafblad al ruime ervaring met dit soort dingen en mogen we ervan uitgaan dat hij op de hoogte is dat hij niet perse mee hoeft te werken.”

Voorlopige uitspraak

Aangezien de rechtbank vandaag geen uitspraak wou doen, mede vanwege de complexiteit van het dossier, is besloten om dit alsnog voor vrijdag 26 juni aanstaande te agenderen. Wel is het mogelijk dat de rechters tussentijds tot een slotsom kunnen komen.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen