Gemeente zoekt geschikt pand voor nieuwe crisisnoodopvang

Foto: Redactie

Het is stil in de Burgemeester Verdegaalhal. De vloer is gedweild, de basketballen liggen weer op hun plek en de schermen die de zaal in drieën verdelen, zakken langzaam naar beneden.

Wat een verschil met nog geen dag geleden. Toen de hal nog vol stond met bedden en er overal tassen en spullen verspreid lagen. Toen er kinderen speelden en volwassenen in allerlei talen met elkaar probeerden te communiceren. De crisisnoodopvang duurde slechts 5 dagen, maar voor het gevoel van alle betrokkenen leken het wel weken.

Direct na het eerste persbericht dat de gemeente lanceerde en waarin gevraagd werd om hulp van inwoners, regende het aanmeldingen op het speciaal daarvoor opgezette mailadres. Tussen al die mails zat geen enkel negatief geluid. “Dat was enerzijds verrassend, maar anderzijds ook weer niet”, blikt burgemeester Mervyn Stegers terug. “Want hieruit sprak de veelgeroemde Twentse gastvrijheid en het noaberschap. Het was geweldig om te lezen wat mensen allemaal wilden doen voor onze tijdelijke gasten. Dat begon trouwens al met de gebruikers van de sporthal. Dat zij een week lang geen gebruik konden maken van de Burgemeester Verdegaalhal, was voor onszelf nog wel een aandachtspuntje, maar dit werd vanzelf opgelost. De gebruikers van de hal werden door de andere sporthallen in onze gemeente uitgenodigd om zolang bij hen te komen sporten.”

Enkele uren daarna arriveerden de vluchtelingen. Jongeren, ouderen en gezinnen met kleine kinderen. Hun hele hebben en houden verpakt in niet meer dan twee tassen per persoon. De intocht verliep ordelijk en gestructureerd. De vluchtelingen gedroegen zich gelaten, maar op de aanwezige medewerkers en vrijwilligers maakte dit diepe indruk. “Je ziet het dagelijks op tv, maar pas op dit moment realiseer ik me wat het betekent als je alles wat je hebt moet achterlaten”, zegt een vrijwilliger. “Dat je maar moet afwachten waar je  terecht komt en geen idee hebt wat de toekomst zal brengen. Die onzekerheid wens je niemand toe. Vluchten doe je echt niet zomaar.”

Onbaatzuchtige organisaties

De nacht verliep rustig en dankzij de inzet van tientallen vrijwilligers, verenigingen en bedrijven, werd vanaf de volgende dag geprobeerd om de vluchtelingen een zo aangenaam mogelijke tijd door te laten brengen in Tubbergen. Dat er toevallig net kermis was, gaf niets. Onder het motto ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugd’, schonk OHT de kinderen vrijkaartjes voor de draaimolens en bood de plaatselijke ijssalon alle vluchtelingenkindertjes een gratis ijsje aan. De vluchtelingen die weinig meer bezaten dan de kleding die ze droegen, gingen in groepjes met een vrijwilliger naar de kringloop en mochten daar een stel andere kleren uitzoeken. Een schoenenwinkel schonk overtollige paren schoenen en er kon gevoetbald worden bij Soccer Inside. Tubbergse moeders kwamen knutselen en schminken met de kinderen, TVC’28 leverde goals en voetballen, er diverse bedrijven zorgden voor tafeltennistafels, kinderledikantjes en zelfs een springkussen. De protestantse kerk organiseerde een speciale dienst in het Engels. Ook waren er optredens van het shantykoor, de Harmonie uit Tubbergen en dweilorkest de Spekhest’n uit Vasse.

Geschikt pand gezocht

Na het vertrek van de vluchtelingen werd het stil in de Burgemeester Verdegaalhal. Dinsdagmiddag en woensdag werd er keihard gewerkt om de zaal weer in orde te maken voor de sporters. Burgemeester Stegers ziet de opruimwerkzaamheden met lede ogen aan. “Het is toch wel triest”, vindt hij. “Dat je zo ontzettend veel werk moet verzetten voor zo’n korte periode van opvang. En voor de vluchtelingen zelf is het nog veel heftiger. Die zijn nauwelijks ergens gewend, of ze moeten alweer verder. Samen met de andere burgemeesters van Overijssel, pleit ik voor een semipermanente opvang, waar mensen langer kunnen verblijven. Ook in Tubbergen zijn zij wat mij betreft, en naar wat ik de afgelopen dagen heb gezien, ook voor het overgrote deel van de bevolking, welkom. Als gemeente hebben we zelf helaas maar weinig vastgoed. We hopen dus op ondernemers die een leegstaand pand hebben en dat tijdelijk hiervoor beschikbaar willen stellen.”

Dat Tubbergen opnieuw aan de beurt komt voor opvang, sluit de burgemeester niet uit. “In Twente hebben we samen met 13 andere gemeenten een cirkeltje gemaakt, waarmee we bij toerbeurt mensen tijdelijk opvangen. Het kan dus best dat wij over een tijdje opnieuw aan de beurt komen. Ik hoop dat we dan niet opnieuw een sporthal hoeven te gebruiken, maar dat er dan inmiddels een wat meer permanente oplossing gevonden is.”

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen