Kinderen gaan weer lekker buitenspelen: natuureducatie op locatie

Foto: Gemeente Tubbergen

Wie pak ‘m beet 25 jaar geleden jong was, speelde na schooltijd nog vaak buiten en kwam daarmee automatisch in contact met de natuur.

Door de komst van de computer en smartphone sinds de jaren ’90 is het speelpatroon van kinderen veranderd en zitten kinderen meer binnen. Natura Docet Wonderryck Twente, Zikke, TOF Scholen, gemeente Tubbergen en een achttal natuurwerkgroepen hebben de handen ineengeslagen en brengen kinderen via het programma Natuur Educatie op Locatie (NEOL) weer terug naar de natuur.

Lesprogramma

Kinderen in contact brengen met groen was ook de wens van Dorpsraad Albergen. Toen zij basisschooldirecteur Rik Sanders van Kadoes benaderden met de vraag of hij ‘iets met schooltuinen’ wilde gaan doen, kwam dat goed uit. Want dit sloot perfect aan bij het lesprogramma Natuur Educatie op Locatie (NEOL), dat in diezelfde periode ontwikkeld werd door verschillende natuurwerkgroepen uit Tubbergen en Dinkelland. “In dit lesprogramma dat een doorlopende leerlijn heeft van groep 1 t/m 8 laten wij leerlingen kennismaken met allerlei facetten van de natuur”, vertelt Jeroen Ottink van Natura Docet Wonderryck Twente namens de deelnemende natuurpartners. “Denk hierbij aan onderwerpen zoals dieren, insecten, het oppervlaktewater en de jacht. Binnen dit programma werken we samen met partijen als Staatsbosbeheer, LTO, Waterschap, Wildbeheerseenheden en Vogel- en Natuurwerkgroepen.”

Komend schooljaar ontsluit Zikke het project naar de scholen en voegt er wat aan toe. “Wij brengen de kinderen in contact met de vakmensen en vrijwillige natuurbeschermers uit de natuur- en landschapssector, zoals de jager, boswachter, landschapsarchitect of imker”, zegt Sanne Weusthof van Zikke. “Zo leren ze echt in de praktijk.”

In de praktijk

Wim Wijering van Natuur- en Vogelwerkgroep Grutto de is één van de praktijkdocenten. Hij hoopt met deze lessen tegelijkertijd een bijdrage te kunnen leveren aan de biodiversiteit. “Als wij kinderen niet met de natuur in aanraking brengen, krijgen ze er geen ‘feeling’ mee. We moeten het dus goed doen, want zij zijn de beleidsmakers van de toekomst”, zegt hij. “Het is heel goed dat zij nu al leren dat de wereld één grote voedselketen is en dat die kringloop enorm onder druk staat omdat wij overal gif voor gebruiken. We maken ons enorm druk over het uitsterven van panda’s en tijgers, maar als we geen vlinders en bijen meer hebben die stuifmeel verspreiden, dan kan dat rampzalige gevolgen hebben voor de voedselproductie.”

Samen met de vrijwilligers van het programma én de kinderen van zijn school gaat Rik Sanders nu aan de slag om het braakliggende terreintje naast de school om te toveren tot een moestuin, doen ze mee met het programma Red de vlinder en de bij en het NEOL-programma. De schooldirecteur is er blij mee. “In de loop der jaren is het gewicht van het basisschoolonderwijs meer en meer te komen liggen op taal, lezen en rekenen. Dat is ook belangrijk, maar omgaan met kunst, cultuur en natuur zijn ook heel waardevol voor opgroeiende kinderen”, vindt hij. “NEOL voorziet daarin. En, wat het mooiste daaraan is: de lessen binnen dit programma worden in de praktijk gegeven door enthousiaste deskundigen.”

Subsidie

Wethouder Erik Volmerink is niet alleen tevreden over het inhoudelijke programma, maar ook met de brede samenwerking waarmee NEOL tot stand is gekomen. “Wij dragen NEOL een warm hart toe in de vorm van medewerking waar nodig én door hiervoor jaarlijks een bedrag beschikbaar te stellen voor de lesmaterialen. Zo dragen we met ons allen bij aan een stukje natuurbehoud én aan de bewustwording van het belang daarvan bij de jeugd.”

Op de foto: wethouder Erik Volmerink, Jeroen Ottink, Rik Sanders, Sanne Weusthuis en Wim Wijerink.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen