Veertig jaar na dato: Boerenopstand in Tubbergen vanwege ‘gedwongen’ ruilverkaveling

Foto:

Op 21 december 1971 haalde Tubbergen het landelijke nieuws vanwege een opstand van boeren over de stemming om een ruilverkaveling. De overgrote meerderheid van de boeren was faliekant tegen het plan en er vonden ’s middags rellen plaats met grootschalige vernielingen. De ME greep toen hard in, waardoor de stemlocatie aan de Prins Bernhardstraat meer leek op een slagveld dan op een dorps aanzicht.

Op 21 december 1971 haalde Tubbergen het landelijke nieuws vanwege een opstand van boeren over de stemming om een ruilverkaveling. De overgrote meerderheid van de boeren was faliekant tegen het plan en er vonden ’s middags rellen plaats met grootschalige vernielingen. De ME greep toen hard in, waardoor de stemlocatie aan de Prins Bernhardstraat meer leek op een slagveld dan op een dorps aanzicht.

 

Klik hier voor een tweedelige reportage over de poging tot een ruilverkaveling en de bijbehorende perikelen, destijds in 1971.

 

De aanloop van het plan

Het landelijke project kende een lange voorbereiding, en bijna niets wees op mogelijke problemen. Het was de bedoeling om 10.500 hectare landbouwgrond te herverkavelen, 310 kilometer nieuwe en verharde wegen aan te leggen, 118 kilometer houtwallen op te ruimen, 280 kilometer nieuwe kavelsloten te graven en 107 vierkante kilometer land te draineren. Het werk zou achttien jaar duren en de kosten zouden 41 miljoen gulden bedragen, waarbij de rijksoverheid 70 procent van de kosten voor haar rekening nam. De opstellers van het plan verwachtten dan ook dat alle Nederlandse boeren het plan enthousiast zouden onthalen.

 

Maar in Tubbergen bleek niets minder waar. De eerste gemeentelijke stemming op 29 juni 1971 was geschorst, omdat gedeputeerde Schoemaker door één van de woedende boeren werd gemolesteerd. Velen van hen, vooral de wat kleinere, vreesden namelijk dat dit plan het einde van hun bedrijf zou zijn.

 

De tweede stemming

Een actiecomité werd geformeerd, dat zich keerde tegen het principe dat ’thuisblijvers’ tellen alsof zij voor de ruilverkaveling stemmen. De wettelijke regels konden echter niet aangepast worden, waardoor de stemming van 21 december 1971 uiterst grimmig verliep. Met een grote menigte tegenstanders voor de tent waar gestemd diende te worden en met 150 man politie, brachten maar 27 van de 2.938 stemgerechtigden hun stem uit. Met 12 tegenstemmen en 2.926 ‘voor’ werd de kavelruil aangenomen. Later die middag kwam het echter tot rellen en een confrontatie met de aanwezige politiemacht, waarbij onder meer de woning van de burgemeester en een vrachtwagen in brand worden gestoken. Opgeteld bleek er voor meer dan 140.000 gulden aan materiële schade te zijn, nog naast een kleine 20 (zwaar)gewonden – zowel demonstranten als politie-agenten.

 

De ruilverkaveling zou later niet doorgaan, en de Ruilverkavelingswet van 1954 werd uiteindelijk aangepast.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen