Wordt het glasvezel of toch nog een andere techniek? Als het aan Caiway en de zijnen ligt, kiezen mensen voor het eerste. Het bedrijf is bezig een plan te maken om zoveel mogelijk woningen en bedrijven in het buitengebied aangesloten worden, net als al binnen de kernen is gebeurd.
Maar wellicht dat de (politieke) ontwikkelingen zich elkaar dermate snel opvolgen, dat er over een tijdje ook voor iets anders gekozen kan worden dat eveneens een uitkomst is. Eind dit jaar kunnen bedrijven namelijk een vergunning aanvragen om snel draadloos internet aan te kunnen bieden in afgelegen plekken, zoals met name het platteland van Twente.
Het kabinet gaat vanaf 1 september bepaalde frequenties openstellen, welke tot voor kort alleen door Defensie gebruikt mochten worden. Op die manier moeten plattelandsbewoners zonder vaste breedbandverbinding toch een snelle verbinding met internet kunnen krijgen. Dat schrijft minister Henk Kamp van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer. De bedoeling is dat in afgelegen gemeenschappen op het platteland een zendmast aan het vaste internet wordt geknoopt, waarna huishoudens via die zendmast snel internet in huis kunnen krijgen.
De band die daarvoor moet kunnen worden gebruikt, is de 3,5GHz-band. Onder meer WiMax en LTE zijn geschikt voor die frequentieband, maar in de kamerbrief wordt daarvoor geen specifieke technologie genoemd.
Beweegredenen
Minister Kamp: “Uit contact met de betrokkenen bij de Digitale Steden Agenda (Zorgende Stad) heb ik vernomen dat het realiseren van ICT in de zorg in de stad Enschede en de dorpen eromheen, niet gehinderd wordt door (een gebrek aan) beschikbaarheid van snel internet. Dit komt omdat veel huishoudens en instellingen in die regio zijn aangesloten op snel internet.” Voor het buitengebied van Enschede, maar ook voor het buitengebied in Twente en Overijssel, ligt dat echter anders. Momenteel loopt op initiatief van de provincie Overijssel een actie van inwoners en ondernemers in het buitengebied, gemeenten en provincie om de locaties in het buitengebied vraaggericht te ontsluiten voor snel internet. “Stakeholders uit de zorg, de voedseldistributie voor vee, en het onderwijs trekken op met de gemeentelijke werkgroepen om een zo groot mogelijke vraagbundeling voor elkaar te krijgen. De kracht daarvan zit in het bottom-up signaleren van behoeften en wensen om die daarna faciliteren. Wanneer snel internet ook in de buitengebieden gerealiseerd is, wordt daar ook dienstverlening zoals zorg op afstand mogelijk. De opbouw van behoeften is een samenspel van bewoners en zorgaanbieders”, constateert minister Kamp.
