Supersperma in Albergen

Foto:

Al 27 jaar fokt Harry Broekhuis (61) kalveren. Vanuit Albergen drijft hij mondiale handel. De kalverembryo’s uit zijn fokkerij vinden een weg door heel Europa. Zijn koeien staan in Amerika.

Sinds 20 jaar heeft het bedrijf koeien in Amerika. Vanwege gevaar voor ziektes en veterinaire problemen is het niet mogelijk de dieren over te brengen naar Nederland. De behandelingen voor de productie van eicellen worden in Nederland en in Amerika uitgevoerd, hetgeen Broekhuis via internet nauwlettend volgt. “De vijfde cyclusdag na een hormoonbehandeling wordt gekeken naar de tochtigheid van de koe”, vertelt Broekhuis over het proces. “Op de top van de vruchtbaarheid volgt inseminatie, na zeven dagen een spoeling.”
“Ooit hebben we een spoeling gehad van 12 embryo’s met een totale waarde van €60.000. Maar ook een koe van €100.000 die geen enkele embryo produceerde. Dat risico loop je nu eenmaal”, licht de ondernemer toe. De oogst kan variëren van nul tot wel 40 (bevruchte) eicellen. Die worden in vloeibare stikstof bij -130 graden Celsius in rietjes ingevroren, één per stuk. Daarna verkocht aan fokkers over de hele wereld. Een gemiddelde embryo doet €400, een topper €5000. De kwaliteit hangt ook steeds meer af van de ‘vader’ van de vrucht. Broekhuis, met zelf vier stieren bij KI-stations: “Een paar jaar geleden betaalde je voor een rietje sperma €25 tot €50. Dat kan vandaag de dag oplopen tot zo’n €1500 per rietje.”
Met het hele proces gaan miljoenen gemoeid. Met de juiste koe-stier combinatie wil iedere fokker het ‘gouden kalf’ op zijn bucketlist afkruisen. Met state of the art technieken (genomics) wordt de fokwaarde op bepaald. Dat is per land verschillend. “Twee maanden na de geboorte weet ik wat een stier waard is. Dan verkoop ik ze voor een bedrag tussen de 5000 en 50.000 euro. Twee jaren geleden heb ik een embryo verkocht aan een boer. De stier die daaruit geboren is, heeft €200.000 opgebracht.”
Hoe succesvol Broekhuis Vee Import en Export tegenwoordig ook is, de toekomst is een vraagteken. “Veel mensen in deze handel heb ik kapot zien gaan doordat ze ‘luchthandel’ dreven. Zij gingen uit van de hoofdprijs en kwamen van een koude kermis thuis. Handel kost geld. Als je het hebt, is het mooi. Zo niet, begin er dan ook niet aan.” Schrijnend vindt Broekhuis dook de jaren waarin mond-en-klauwzeer en de ziektes IBR en BVD veel leed hebben gebracht. Nog altijd loopt ieder veebedrijf de kans op besmetting. Het naleven van de regels en hygiënevoorschriften is en blijft van cruciaal belang.
Al draait de fokindustrie voor een groot deel om klinkende munt, de liefde voor de dieren drijft hem evenzeer. “De kalverfokkerij is een prachtig vak”, vindt de fokker. “Ik ben ermee grootgebracht. Maar mijn drie kinderen, twee zonen en een dochter, willen niets van een bedrijfsovername weten. Ze leiden hun eigen leven en kiezen voor eigen beroepen. Wat hun goed recht is. Zelf ben ik 60 en ook minder fanatiek dan in de beginjaren. Ieder weekend ga ik naar het eerste en tweede van FC Twente en tijdens het begin van het seizoen ook de trainingen. Kalveren fokken zit in mijn bloed, maar er is meer dan werk alleen.”
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen