Zwaar verontreinigd afvalwater, dat overblijft na oliewinning in Drenthe, bedreigt de bodem in Mander. Daardoor lopen grote delen van de regio het risico op aardbevingen, bodemdalingen en ernstige verontreiniging van het grondwater. Dit meldt RTV Oost.
Het afvalwater is het gevolg van de in 2011 hervatte oliewinning in Schoonebeek. Met nieuwe technieken is de NAM in staat om ook de laatste resten olie uit dat veld te halen.
Die technieken lijken op de ‘fracking-methode’, die ook ter discussie staat in het debat over schaliegas. Daarbij worden enorme hoeveelheden heet water en chemicaliën in de grond gespoten, waardoor de olie dunner wordt en makkelijk naar boven is te pompen.
Afvalwater
Als de gewonnen olie is gezuiverd, blijft verontreinigd afvalwater over. Daarin bevinden zich olierestanten, enorme hoeveelheden zout en ook het giftige waterstoffluoride, radioactief strontium en geconcentreerd zoutzuur.
Die stoffen worden toegevoegd om de boorinstallaties te beschermen en om verstoppingen in de diepe bodem te voorkomen.
Ondergrondse gasleiding
In de stukken die RTV Oost in handen heeft, staat dat het afvalwater via een oude ondergrondse gasleiding en onder hoge druk wordt geïnjecteerd in de lege gasvelden onder Mander, Tubbergen en Oldenzaal.
Die transportleiding loopt precies onder de beschermde natuurgebieden Engbertsdijksvenen, het Dal van de Mosbeek en het Springendal naar de injectieputten. Vooral deze leiding brengt grote risico’s met zich mee voor de kwetsbare natuur erboven, omdat volgens deskundigen moeilijk te controleren is of er lekkages zijn.
Reactie gemeente
Volgens gemeentewoordvoerder Maurice Velthuis wil de gemeente eigenlijk niet ingaan op het bericht. “We hebben kennis genomen van de berichtgeving op RTV Oost, maar als wij daar kritisch naar kijken dan staan daar zeker wel enkele fundamentele onjuistheden in. Net als in het filmpje overigens. Dat heeft ons doen besluiten geen officiële reactie te doen uitgaan. Doen we dat wel dan zouden we reageren op iets dat onjuist is, terwijl het met grote stelligheid wordt beweerd. Daar werken wij echt niet aan mee.”
