Na de perikelen met het inmiddels ter ziele Marktplein Tubbergen, dat geen kleine spullen mocht verkopen op het industrieterrein van het dorp Tubbergen, neemt vereniging Ondernemers Hart Tubbergen (OHT) ook andere ondernemers op de korrel. Dit om te voorkomen dat er detailhandel buiten het centrum plaatsvindt.
“Gewoon jammer dat de carnaval al afgelopen is, want wat de winkeliers hier proberen kan linea recta het gala in. Het is heel grappig, gewoon bijna Herman Finkers waardig”, vertelt Gregor Kamphuis van Kamphuis Dakkoffers met een grote glimlach. “Het is toch ook niet normaal als de voorzitter van de winkeliersclub, Paul Reinerink, hier buiten voor het pand staat te kijken en met de armen over elkaar zegt dat ‘ie beter eerder langs had kunnen komen? Toen was zijn brief dus al naar de gemeente gestuurd. Tja, wat moet ik daar nou weer mee? En later trok hij die eerdere brief weer in met opnieuw een brief naar de gemeente. Daarin ontkent hij het verzoek om handhaving, terwijl dat wel zo het geval is. Ik heb namelijk beide brieven en het staat er toch echt. Die tweede brief is nota bene 7 dagen later verstuurd dan de eerste.”
Kamphuis heeft onder zijn klanten ook Tubbergse centrumondernemers. “Enkele van hen heb ik erop aangesproken, maar ze zeiden van niks te weten. Sterker nog, ze willen er niet eens mee geassocieerd worden dat Reinerink me de gemeente op het dak stuurt. De gemeente verwijt ik overigens niks. Als ik er zou werken en ik kreeg een bericht van ondernemers om te gaan controleren bij een bepaald bedrijf, dan deed ik dat ook wel. Maar de OHT snap ik niet. Ga dan eerst kijken voordat je de gemeente op me afstuurt. En hoezo informeer je dan je leden niet? Of stuur je soms iedere dag een handhavingsverzoek naar een collega-ondernemer?”
Als de gemeente het onderzoek naar zijn activiteiten – ondanks de intrekking van het handhavingsverzoek van de OHT – doorzet, verhuist Kamphuis eventueel met zijn bedrijf naar elders. Maar dan naar eigen zeggen liever naar een grotere gemeente als Almelo of Oldenzaal. En verwijzend naar het door hem gehuurde bedrijfspand, waar auto’s ook bij slecht weer inpandig van een dakkoffer of fietsendrager verzien kan worden: “Dit is absoluut geen winkel. Overigens verwacht ik dat de hele verkoop van dit soort spullen in de toekomst vooral via internet verkocht gaan worden, dus ik heb er ook een webshop bij die binnenkort in 6 landen beschikbaar is. Ik verkoop bovendien geen spullen die niet ook elders op het industrieterrein verkocht worden. Motorspullen bij Engbers Motoren, fietsaccessoires bij de Praxis en automaterialen als bij Brezan. Als ik wat verkeerd doe, dan zij ook.”
