Nu het tot hun bedrijfswoning behorende HCR Fortkamp verkocht is, breekt voor Sjoerd en Wessel Grobbink wederom een spannende tijd aan. De broers dreigen nog altijd het huis uit te moeten.
Hun tante die tevens als woordvoerder optreedt, Kirsten Meijer, houdt niettemin hoop op een goede afloop van de perikelen. “Wat moeten we anders ook?”, stelt ze op retorische toon vast. “De gemeente is niet blij dat de verkoop van het horecapand niet geleid heeft tot een oplossing. De situatie is daarmee ongewijzigd gebleven. Zij hadden liever dat er woningen zouden komen. Toch hopen we dat er straks een exploitant op komt te zitten die verder kijkt dan z’n neus lang is. Het is daarnaast niet ondenkbaar dat diegene geïnteresseerd is in de woning. Als je serieus bent om een horecabedrijf te hebben, wil je daar waarschijnlijk wel dicht bij in de buurt wonen. Wat is dan nog beter dan dit huis?”
Nu de bank als hypotheeknemer met het veilingbod akkoord is gegaan, kan de sleuteloverdracht ook binnenkort plaatsvinden. De illegale situatie waarin de Grobbink’s zich bevinden duurt daarmee voort. Hun woning mag immers volgens de nu geldende regels enkel en alleen door iemand bewoont worden die een directe band met het horecabedrijf heeft, zijnde HCR Fortkamp. Dat hebben zowel Sjoerd als Wessel nu niet. Toch ziet Meijer nog wel lichtpuntjes. “Onze advocaat is er al mee bezig en onze gesprekken met de gemeente worden ook voortgezet. We gaan dus in elk geval niet achterover hangen en maar afwachten. Het duurt al zolang, dan kan er nog wel even wat tijd bij komen. De wet is inmiddels trouwens aangepast en is anders dan 8 jaar geleden. We kunnen trouwens niet anders dan bezien wat er komen gaat, maar wel actief. Het moge duidelijk zijn dat wij wel een lange adem hebben, al zou het mooi zijn dat er een keer een definitieve oplossing komt voor de jongens.”
