Het zat er eigenlijk langer aan te zitten, maar toch zal het voor velen als een verrassing komen dat de VVV in de gemeente Tubbergen wellicht gaat stoppen. Het bestuur van de club die het lokale toerisme moet aanzwengelen, speelt althans met deze gedachte.
Gistermiddag was er een overleg tussen vertegenwoordigers van de VVV, horecaondernemers en het gemeentebestuur. Ter sprake kwamen o.m. het mogelijke besluit om per 01-01-2017 te stoppen, maar ook de eventuele toekomst van een soortgelijke groep enthousiastelingen die de gemeente Tubbergen zoveel mogelijk proberen te promoten. Althans: met diezelfde doelstelling, niet met een soortgelijk organisatiemodel.
De VVV zit gehuisvest in hetzelfde gebouw als de bibliotheek in Tubbergen, waarover eveneens een discussie woedt.
Onhoudbare situatie
De mogelijk drastische stap van het VVV-bestuur is terug te voeren naar de bezuinigingen die de politieke partijen zo’n 4 of 5 jaar geleden samen hebben afgesproken. Voor de ‘vreemdelingenpromotor’ werd geen subsidie meer in het vooruitzicht gesteld, iets dat sinds 2015 al niet meer uitbetaald is. Kortom, een onhoudbare situatie. Dat vindt ook Els Voogsgeerd, directeur-bestuurder bij Stichting Bibliotheken Tubbergen en in die hoedanigheid tevens verantwoordelijk voor de VVV. “Midden of misschien eind deze maand valt er een beslissing. Maar die is er nu nog niet, zo kan ik je verzekeren. Wat we doen is ook afhankelijk van wat de gemeente wil met de promotie van de recreatie en het toerisme in dit gebied.”
‘Niet meer van deze tijd’
Volgens wethouder Roy de Witte is er geen man overboord nu de VVV dreigt te verdwijnen. Hij ziet het juist als een mooie kans, zeker ook voor ondernemers in de recreatieve en toeristische sector, om zelf met initiatieven te komen waardoor het aantal verblijven en de uitgaven per recreant/toerist toenemen. “Het is belangrijk dat we de huidige organisatie verder moderniseren. Daarbij moeten we uitgaan van de stevige basis die door de betrokkenen en vrijwilligers is neergezet. Dat heeft de vorige gemeenteraad en het vorige college ook al geconstateerd.”
