Project van Landschap Overijssel wekt prehistorische ‘noabers’ weer tot leven

Grote delen van het prehistorische landschap liggen compleet verborgen; verscholen tussen de bomen of onder de bodem.

Maar soms wordt een tipje van de sluier zichtbaar in de vorm van een grafheuvel of raatakker, zoals bij het Vassergrafveld en de Manderheide. Of net over de grens op de Hügelgräberheide en de Spöllberg. Voor inwoners wellicht alledaagse plekken, maar voor experts de poort naar een wereld van grafheuvellijnen, bronstijddochters, handelsnetwerken en zonnecycli. Daar valt ook – zij het met enige moeite – de prehistorische mens voor te stellen. Als een soort ‘noaber’ die we nog niet goed kennen, maar die toch al zo’n 5000 jaar naast de moderne mens woont.

Binnen het project ‘Onze buren uit de prehistorie’ maakt Landschap Overijssel diezelfde buur weer zichtbaar.

Onbekend

Erfgoedspecialist Martijn Horst zag hier een opdracht. “Prehistorisch landschap, niet iedereen kan zich daar iets bij voorstellen. En onbekend maakt in dit geval niet alleen onbemind, maar ook onbeschermd”, aldus Horst. “Archeologische sporen die vlak onder de oppervlakte zitten, hebben vaak geen beschermde status en zijn dus eigenlijk vogelvrij als het gaat om bouw- of ontwikkelprojecten”.

Om het prehistorische landschap nog beter te kunnen doorgronden en de bekendheid ervan te vergroten, startte hij het project ‘Onze buren uit de prehistorie’. Horst: “We onderzoeken bodemvondsten, maken kaartanalyses en doen veldwerk. Zo ontdekken we steeds meer over het landschap in de prehistorie en ook over de mens daarin. Op welke plekken woonden onze prehistorische buren en waarom? Hoe ver konden ze reizen en dreven ze handel? Welke vormen van landbouw waren er en wat aten ze? Samen met experts pellen we ons prehistorische landschap steeds verder af.”

Onderzoek, podcast en fotoshoot

Over de ontdekkingen tijdens het onderzoek is een podcastserie gemaakt: Onze buren uit de prehistorie, te beluisteren via Spotify. Onderwerpen als lijksilhouetten en bronstijddochters komen voorbij. En de luisteraar wordt verrast door de vondst van een bijzondere schedel; het spoor naar de ‘Vrouw van Mander’.

Bijzonder aan de projectaanpak is dat er daarnaast ook een fotoshoot aan te pas komt. Horst: “Om nog dichter op de huid te komen van onze prehistorische buren, geven we ze letterlijk een gezicht. Dat doen we via een fotoreportage in een living history-setting.”

Celeste Alink, archeoloog bij Landschap Overijssel, bedacht op basis van zowel landschappelijk als archeologisch onderzoek een aantal scenario’s. Die zijn vervolgens nagespeeld door een groep vrijwilligers met interesse voor het onderwerp en gefotografeerd door Vincent Croce.

Stuwwal Ootmarsum

Als onderzoeksgebied is gekozen voor de stuwwal van Ootmarsum aan de Nederlandse kant, een plek waar nog veel overblijfselen uit de prehistorie zijn. Mogelijk wordt in een volgend project ook de Duitse kant van de stuwwal betrokken.

De focus van dit onderzoeksproject ligt op de grafheuvel- en urnenveldcultuur van de late steentijd tot aan de vroege middeleeuwen (2.900 voor Christus – 800 na Christus).

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen