Hogere kosten nieuwbouw basisschool De Wiekslag deels verhaald op aannemer
In 2009 is de nieuwbouw van basisschool De Wiekslag succesvol aanbesteed en in mei 2009 is met de sloop van het oude schoolbouw gestart. De fundering van het nieuwe gebouw is in verband met de instabiele grond gewijzigd naar schroefpalen, terwijl vooraf was ingeschat dat 'op staal' voldoende zou zijn. Ondanks deze tegenvaller is in december 2009 het hoogste punt bereikt en is de nieuwbouw op 1 november 2010 opgeleverd. Op 1 januari 2011 is de school uiteindelijk overgedragen aan De Wiekslag zelf, de bovenschoolse voorzieningen (TOF) en de buitenschoolsopvang (SKIK).
In 2009 is de nieuwbouw van basisschool De Wiekslag succesvol aanbesteed en in mei 2009 is met de sloop van het oude schoolbouw gestart. De fundering van het nieuwe gebouw is in verband met de instabiele grond gewijzigd naar schroefpalen, terwijl vooraf was ingeschat dat 'op staal' voldoende zou zijn. Ondanks deze tegenvaller is in december 2009 het hoogste punt bereikt en is de nieuwbouw op 1 november 2010 opgeleverd. Op 1 januari 2011 is de school uiteindelijk overgedragen aan De Wiekslag zelf, de bovenschoolse voorzieningen (TOF) en de buitenschoolsopvang (SKIK).
Investering
Woningstichting Tubbergen en de Tubbergse Onderwijsfederatie (TOF) hebben een bijdrage gedaan van respectievelijk €197.479 en €635.839. In totaal hebben beide partners voor 17% bijgedragen aan de nieuwbouw van het gebouw. De Woningstichting heeft met haar bijdrage de vleugel voor de buitenschoolsopvang gefinancierd. De TOF heeft bijgedragen aan haar eigen kantoren, de bovenschoolsevoorziening, en aan basisschool De Wiekslag.
De gemeente Tubbergen heeft €4.060.622 beschikbaar gesteld. Inclusief aanpassingen aan het riool en een subsidie voor een zogeheten 'Brede school' komt het totaalbedrag uit op €5.182.940.
Vertragingen
Tijdens de nieuwbouw is sprake geweest van enkele vertragingen die hebben geleid tot hogere kosten. De eerste vertraging is veroorzaakt door de tegenvallende stabiliteit van de grond waardoor niet 'op staal' gefundeerd kon worden. Door extra onderzoek en het opstellen van een funderingsplan is de bouwtijd met daardoor met circa 2 weken verlengd. De winter van 2009/2010 was er sprake van een strenge en hardnekkige winter. Deze winter is verantwoordelijk geweest voor een vertraging van ongeveer 6 weken. Daarnaast heeft een aanpassing in de constructie nog eens 2 weken vertraging opgeleverd.
De aannemer heeft door de vertraging de opleverdatum van 3 september niet gehaald en is het pand opgeleverd op 14 oktober 2010. Door gebreken tijdens de oplevering is de definitieve oplevering uitgesteld tot 1 november 2010.
Kosten deels verhaald op de aannemer
De late oplevering heeft directe en vervolgschade tot gevolg gehad. Deze zijn volgens de gemeente voor een deel aan de aannemer toe te wijzen. De kosten bestaan voornamelijk uit uren project- en bouwbegeleiding en extra huur van de tijdelijke huisvesting bij Brugman Radiatoren.
In de bouwovereenkomst was een boeteclausule opgenomen voor het overschrijden van de bouwtijd. De gemeente wenste, voor het aannemersdeel, van de boeteclausule gebruik te maken. In eerste instantie is getracht dit met de aannemer onderling te regelen, maar deze was niet van plan hieraan haar medewerking te verlenen. Derhalve is een advocatenkantoor ingeschakeld en uiteindelijk is €40.000 op minnelijke wijze terugverkregen.