“Drijven we landbouw en natuur niet onnodig uit elkaar?”

Sluis bij watermolen Bels
Sluis bij watermolen Bels
Foto: Landschap Overijssel

Verschillende natuurorganisaties uit Noordoost-Twente willen een pleidooi houden voor meer verbinding tussen landbouw en natuur.

“Wij pleiten voor een open dialoog tussen allen die de leefbaarheid van het Twentse landschap willen behouden en verbeteren. In deze discussie willen wij onze standpunten nader toelichten middels dit bericht:

  1. Alle natuurorganisaties willen de boerenbedrijven in het landschap behouden. Zij kunnen het Twentse coulisselandschap blijven onderhouden en bovendien horen koeien in de weiden en Saksische boerderijen bij Twente. Het opheffen en verplaatsen van zeer oude boerenbedrijven(erven) past daarom niet in onze visie. Daarmee raken wij het oeroude karakter van het Twentse landschap kwijt. Bovendien vinden wij de sociale en economische consequenties voor de boerengezinnen te ingrijpend.
  2. Natura 2000 is in het leven geroepen om kwetsbare cultuurlandschappen zoals het coulisselandschap van Noordoost-Twente te behouden en de zeldzame plant- en diersoorten te beschermen. Het schrappen van Natura 2000-gebieden, zoals wordt gesuggereerd door sommige politieke partijen, is het paard achter de wagen spannen. Dan zullen we definitief nog meer kwetsbare natuur verliezen. De beschermde status van alle Natura 2000-gebieden (Europees beleid), ook de kleinere, staat voor ons als een paal boven water. Daar valt niet aan te tornen.
  3. Een attractief Twents coulisselandschap met kronkelende beken, bloeiende weiden en bermen, weidevogels, houtwallen, koeien in de wei, Saksische boerderijen heeft een grote aantrekkingskracht op toeristen. Juist de toeristische sector zal floreren bij de uitvoering van de Natura 2000 plannen. Zij komen niet voor grote vlakten met raaigras en mais maar voor diversiteit. Toerisme is een belangrijk verdienmodel in Noordoost-Twente en het bevordert de werkgelegenheid. De toeristenbelasting zou dan ook geïnvesteerd kunnen worden in het bevorderen van de leefbaarheid op het platteland door bijvoorbeeld het op de markt brengen van streekproducten mogelijk te maken of onderhoud aan landschapselementen te bevorderen.
  4. We kunnen concluderen dat de afgelopen decennia veel kenmerkende plant en diersoorten van het Twentse platteland bijna zijn verdwenen zoals grutto, wulp, tureluur, veldleeuwerik en patrijs. Ook is de bloemenrijkdom in weiden in bermen dramatisch achteruit gegaan. De vroeger algemene soorten zoals pinksterbloem, boterbloem, koekoeksbloem zijn op het Twentse platteland nauwelijks nog te vinden. Mede hierdoor heeft de insectenstand een reductie van 75% laten zien. Die insecten zijn de basis van het bodemleven en de voedselketen in de natuur.
  5. Kwetsbare planten hebben zichtbaar last van de depositie van stikstof(verbindingen)in de natuurgebieden. Stikstof is een meststof en bevordert de groei van stikstofminnende planten zoals bramen, grassen, brandnetels. Landschapstypen die voedselarme omstandigheden nodig hebben komen in de problemen zoals heidevelden, blauwgraslanden, vennen en schrale hooilanden (orchideeën). Met het verdwijnen van veel plantensoorten zullen ook de insecten die afhankelijk zijn van die planten verdwijnen en daarna de vogelsoorten die deze insecten als voedselbron nodig hebben. Een ernstige aantasting van het totale ecosysteem is het gevolg van te veel stikstofdepositie.
  6. Een falend landbouwbeleid van de afgelopen decennia heeft geleid tot een ernstige crisis voor de landbouw en voor de natuur. De overheid zou nu een actief beleid dienen te voeren om kringlooplandbouw te stimuleren. Mogelijke oplossingen voor natuur en boeren zou kunnen zijn om de boeren in betreffende gebieden te laten overstappen op natuurinclusieve landbouw. Dus duurzamer gaan boeren met minder stikstofuitstoot en behoud van de biodiversiteit en het bodemleven. Een goede toekomst voor (jonge)boeren is van belang voor de leefbaarheid van de hele streek.”

“Graag gaan wij het gesprek aan met burgers, boeren en buitenlui over deze problematiek om naar elkaar te luisteren en op zoek te gaan naar gezamenlijke oplossingen. Tevens doen wij een oproep aan het publiek
om meer Twentse streekproducten te kopen om zo de duurzame landbouw te ondersteunen.”

IVN Oldenzaal en Losser, vogelwerkgroepen, SNMO en Stichting Behoud Twents Landschap

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen