Tubbergen staat weer op de kaart. Uit het interview met de waarnemend burgemeester Jon Hermans blijkt dat we “het kleinste jongetje van de klas” zijn. Maar is dat wel zo?
Zoals je op de foto ziet, was ik vroeger zelf ook het kleinste jongetje van de klas (met de grootste oren). Niet dat ik daarmee gepest werd hoor, maar het scorend vermogen bij de meisjes stond wel op een laag pitje. Dus je begrijpt dat de woordkeuze van de burgemeester mij in het verkeerde keelgat schoot. Trouwens dat ik niet zo populair was bij de meisjes kan ook andere oorzaken hebben. Zo ben ik bijvoorbeeld ook nooit gevraagd voor de Wehkamp.
“Het kleinste jongetje van de klas”, die kwalificatie geeft de burgemeester aan al het geklungel rond de komst van het AZC in Albergen. Het Rijk en het COA hebben vreselijke dingen gedaan, aldus de burgemeester. Het college heeft zeker niet zitten slapen. Hooguit werd héééél misschien belangrijke informatie gemist en wie alles van tevoren weet kan met een dubbeltje de wereld rond.
Deze en nog veel meer ja-maar verhalen moeten ons doen geloven dat het toch echt niet anders had gekund. Zelfs journalisten krijgen ervan langs, die hadden het anders kunnen brengen. De vraag is natuurlijk, wat heeft het college gedaan om zich niet als zodanig te laten piepelen? En wie is hier nu “het kleinste jongetje van de klas”; wij als gemeente Tubbergen of het trio dat Tubbergen bestuurt. In ieder gold hier niet: “klein, maar dapper”. Leefde burgemeester Gerrit Kolenbrander nog maar; die wist het wel.
Het is natuurlijk lovenswaardig om als gepensioneerde, in tijden van krapte, een baan te ambiëren, maar de functie van waarnemend burgemeester houdt meer in dan alleen op de winkel passen. Naast AOW en Appa-pensioen ontvangt zij 8.000 euro per maand om Tubbergen te besturen.
Prima hoor, van mij mag het, maar dan ook opkomen voor de belangen van de inwoners. Misschien vraag ik wel teveel voor 8.000 euro, oftewel slechts 10 eurocent per week per inwoner. Of zou zij net als de chauffeurs van de buurtbus vrijwilligster zijn?
Het valt nog niet mee om fouten of tekortkomingen toe te geven. Onze eigen minister president is daar een triest voorbeeld van. Deze week kwam daar de hoogste ambtenaar van het ministerie van Justitie en Veiligheid bij, die nogal wat steken heeft laten vallen. Drie doden en ‘meneer’ blijft gewoon op zijn stek. Of zou hij nog ergens burgemeester worden?
Na de verkiezingen komen hopelijk de echte feiten bovendrijven. Vóór die tijd liever geen reuring in de tent. En wat Tubbergen betreft: er is slechts één groep die als “het kleinste jongetje van de klas” wordt behandeld… namelijk de noabers aan de Gravendijk.
J. Kwibus
