Ongevraagde adviezen leveren over het algemeen geen vriendschap op. Zo adviseerde ik jaren geleden mijn beste kameraad om 40 kilo af te vallen. Sindsdien heb ik hem niet meer gezien.
Daarom is het zo bijzonder dat de Adviesraad Sociaal Domein sinds een half jaar een nieuwe voorzitter kent in de persoon van ir. Gert Hofhuis uit Tubbergen. Nu ken ik Gert (ooit was ik knecht voor hem bij de WTC-Tubbergen) als een aimabele man en mag ik hem zelfs aanspreken met zijn voornaam, maar na het lezen van alle competenties lijkt ‘meneer Gert’ toch meer voor de hand liggend.
Zo’n adviesraad is onafhankelijk, maar het college van B en W bekrachtigt wel de aanstelling en het ontslag. Enige bemoeienis lijkt dan ook logisch. Adviseurs zijn nu eenmaal slimme mensen en voor je het weet nemen ze de zaak over.
Meneer Gert en zijn collega’s adviseren over van alles en nog wat, behalve over zaken welke het college onwelgevallig is, zoals bijvoorbeeld asiel. Als de adviesraad daarover was bevraagd zou het AZC vast en zeker niet op de huidige plek aan de Gravendijk in Albergen staan. Het is niet alleen een onlogische plek, maar bovenal asociaal beleid en onkundig bestuur.
Zoals altijd dacht ik meteen aan een vorstelijk ambtenarensalaris voor Gert (sorry, meneer Gert), maar deze keer valt het mee. De voorzitter zit in hetzelfde schuitje als deze stukjesschrijver. De vrijblijvende adviezen worden geheel gratis verstrekt, al geldt bij mij thuis wel één voorwaarde. Hier bepaalt immers mijn vrouw welke columns door mogen naar TubbergenNieuws-punt-nl.
De afgekeurde verhalen worden in het geheim (gelieve haar niet te informeren) door Raymond Keemers van Drukkerij Twenteprint vakkundig gebundeld en op een later moment uitgegeven, al kan dat nog jaren duren, gelet op de leeftijd van mijn eega.
Nu vraag ik mij af of het college van B en W ook zo’n constructie heeft bedacht. Insiders zeggen namelijk dat meneer Gert boordevol zit met sprankelende ideeën, maar daar lees je nergens iets over. Zelfs niet in het populaire dubbeldikke Schaop’nblad.
O jee, ik moet deze column beëindigen. Er staat iemand bij de voordeur en volgens mij ken ik hem nog van vroeger. Allemachtig zeg, wat is die afgevallen!
Kwibus
