Jammer dat De Tukkers niet is gepromoveerd. Een plek naast STEVO in de eerste klasse had ik de Albergenaren wel gegund.
Alleen dat laatste is al een feestje waard, al hadden ze natuurlijk gewoon moeten winnen van FC Surhústerfean. Per slot van rekening hebben de Friezen onze katholieke Bonifatius vermoord. Weliswaar in Dokkum, maar hij werd achtervolgd vanaf Surhuisterveen. En ik mag toch aannemen dat de trainer, meneer Kwakkelbos, dat heeft meegenomen in de voorbespreking.
Toch was er feest, zo meldde penningmeester Ben van de Weer op social media. De Tukkers VR1 werd kampioen in de tweede klasse. Wie de wekelijkse opstelling van de dames ziet, weet gelijk dat het ‘eigen kweek’ is: Kemna, Meijer, Haarhuis, Langeveld, Nijland, Van der Aa, Wesselink... Méér Albergen wordt het niet. Maar ook De Tukkers ZA2 zorgde voor een feestje. Een dubbel-feestje zelfs, met het kampioenschap én de KNVB Districtsbeker Oost.
Al die successen komen voort uit een historische voetbalclub, opgericht in 1932. Waar anders dan in café Morshuis (toen nog zonder Olga). Omkleden in de schuur achter het café (ook zonder Olga) en voetballen tussen de koeien. Het staat er echt, op de website van Wikipedia.
Het zal de leeftijd zijn, maar als oud-supporter van De Tukkers denk ik nog vaak aan het kampioensteam uit 1965 en de wedstrijd tegen SV Enter, 60 jaar geleden. Jan Voorhuis als keeper en Harrie Kemna als ausputzer (met maatje 47). Snelle vleugelspelers, lopende middenvelders, scorende spitsen en meester Wissink achter de kassa.
Een boeren nozem uit Enter stond met geopend knipmes achter de goal van Jan Voorhuis. ‘Nog één keer en ik stek oe ant mes’, schreeuwde de idioot na weer een redding. Tot op de dag van vandaag overleefde Jan Voorhuis de bedreiging. De jaren daarna noemden we hem ‘Jan van Beveren’.
Successen om van te dromen, maar soms loopt het net even iets anders. Zo eindigde mijn driejarige voetbalcarrière in Albergen bij de blokhut, tijdens een potje sneeuwballen gooien. Slechts 12 jaar oud. Oorzaak: een gebroken ruitje en supersnelrecht.
"Zes weken geschorst", riep jeugdtrainer Bennie Rekers. "Haha, dan kom ik nooit weer", zei Henny Kokhuis. "En ik ook niet", zei ik gehaast. Beetje stoer liepen we naar de overkant om even later tegen een paar leuke meiden te ijshockeyen. Aanvankelijk scoorde dat een stuk makkelijker, maar dat heb ik al eens verteld: Voor- en achteruit schaatsen op Bous Mös.
Onlangs is mijn jeugdtrainer overleden. Nu staat hij in het rijtje ‘Erelid in memoriam’. Ook dat is De Tukkers. Twee jaar geleden sprak ik hem nog toen hij thuis aan de Gravendijk in de tuin zat. "Goed bezig jongen, nog op de racefiets", zei hij. Het blijft natuurlijk altijd je trainer. Daarna vertelde ik hem dat zijn snelrecht daaraan had bijgedragen. We konden er echt om lachen.
Eerlijk gezegd was ik geen getalenteerde voetballer. Schaduwspits in F1 en E2. Nul goals. Eerst dacht ik nog dat het aan het knollenveld lag aan de Zenderseweg, maar ook op het hoofdveld aan de Kemnaweg was het drie keer niks. Aan de voetbalschoenen kon het niet liggen, die had ik gekregen van mijn favoriete voetballer. Tweedehands kicks met stalen neuzen, vijf maten te groot. Maar dat werd creatief opgelost door mijn vader, met de zaterdagkrant. Van de zes joekels van noppen waren er twee afgebroken, maar gelukkig mocht ik ook af en toe op doel.
Ook dat werd geen succes en inmiddels was ik al 11. In Almelo verloren we met 8-0. Nu moet ik wel zeggen dat SV Rietvogels E2 een uitstekende spits had. Een getalenteerde jongen van 19 jaar… met dispensatie. Sindsdien heb ik niks met lilliputters. Verschrikkelijk! Overigens waren niet alle goals zijn verdienste. Bij de Rietvogels werd je vaak afgeleid. Prachtig zo’n trein...
Natuurlijk kende mijn generatie ook talentvolle voetballers. Jongens waar je later op zondagmiddag voor naar het veld ging. Namen die je nooit vergeet: Rudie Dijkstra, Johan Oerbekke, Johan Kok, Henny Paus, Johan Fleerkotte en Nico Oude Nijhuis. En ook alles ‘eigen kweek!’
Zelfs namen van generaties daarvoor of daarna staan in het geheugen gegrift: Hulshof, Lohuis, Rekers en Luttikhuis of Eddy en Martin Kuipers, Berthil Meijer en Walter Geelen. Allemaal jongens die niet alleen goed konden voetballen, maar vast en zeker ook beter waren in sneeuwballen gooien.
En de huidige talenten dan, vraag je wellicht. Tja, dan moet ik je helaas verwijzen naar de uitslag FC Surhústerfean - De Tukkers. Roem moet je immers verdienen, al zit het soms ook in kleine dingen. Zoals het weggeven van een paar voetbalschoenen. Iets wat Harrie Kemna deed. Van hem kreeg ik de kicks met stalen neuzen, maat 47, die hij droeg in het kampioensjaar 1965 van De Tukkers 1.
By the way, Harrie kwam oet ‘t Geziet en woont in Mander. Tegenwoordig speelt hij, uit en thuis, in het seniorenteam van de Boerendansers. Op klompen. Vermoedelijk maat 47, maar dat is een gokje.
Kwibus