Het moet een klein uurtje reizen zijn om van mijn huis in Tubbergen naar Enschede te komen, de plek waar ik studeer. Twintig minuten daarvan spendeer ik in de trein, en net iets langer als je met zo'n onaangename sprinter moet. Perfect om je WhatsApp bij te werken en Nieuws.nl en Facebook door te spitten. Of nog snel de stof voor je komende tentamen door te nemen. Treinreizen is helemaal niets mis mee.
Die laatste zin zei ik zeven maanden terug, op het moment dat ik opnieuw ging studeren. Nu ben ik er wel achter, de Nederlandse spoorwegen is flinke narigheid. Zelden haal ik mijn trein door de krappe overstaptijd met de bus en bijna wekelijks slingert iemand zich wel voor zo'n geel-blauw gevaarte. Bovendien heb je nog de sein- en wisselspoor storingen, je hebt die gehaaide koperboefjes en vallend gebladerte. Eigenlijk kun je achter elk willekeurig nieuwsbericht wel het zinnetje zetten: "en hierdoor rijden er minder treinen". Ook al staat er "Het is vandaag dierendag", dan nog volgt het zinnetje "en hierdoor rijden er minder treinen".
Dat kleine uurtje met het OV is het eigenlijk nimmer. Anderhalf tot twee uur gemiddeld. Zo ontzettend tijdrovend dat er al stof op m’n broek ligt nadat ik de stof net heb doorgenomen (ha-ha, wat moppig weer). Trouwens, ik blame de NS of ProRail ook niet echt iets, het overgrote deel leed wordt gecreëerd door anderen, zoals die suïcidale treinliefhebbers.
Ondanks dat mag er nog zat verbeterd worden bij die spoorkornuiten. Laatst nog zat ik een stuk in de Duitse trein die van Schiphol naar Berlijn buffelt. Een betovering. Niet met je tas op schoot maar fatsoenlijke rekken. Geen versleten stoffen banken met god-mag-weten-welke vlekken maar een relaxend fauteuiltje. Ik vond het daar fantastisch. Zelfs zo goed, dat ik het helemaal niet erg vond een uur stil te staan door (weer) een defecte bovenleiding.
Ik deed een onschuldig powernapje. Daarna had ik een opfrisser nodig en liep ik naar de bistro, waar de barista me een cappuccino fabriceerde. "Lekker geschlafen?", vroeg ze met een hardkeels Duits accent. Ze merkte m'n dommelige status. "Wandel ein bisschen, dan word je fit!"
Ik slenterde langs de wc, dat niet meurt alsof een verwaarloosde vos zijn darmgas heeft laten varen. Eveneens viel het me op hoe ruim het toilet was. Poepen op z'n elegantst.
Nadat ik weer was neergeploft op m'n plaats, duwde ik mijn oordopjes in de aansluiting die in elke stoel zit en genoot van gratis radio. Weer dutte ik weg. Ik droomde dat de NS deze treinen in gebruik had. Zo ingewikkeld zijn die dingetjes niet. Een kleine kiosk in de trein (waar ze ook nog weer eens op verdienen), wat zal dat feestelijk zijn.
Die droom werd abrupt bemoeilijkt. Hengelo was behaald en ging verder naar onze oosterburen. Ik diende over te stappen op een doorsnee intercity. De fantasie had zich weer omgevormd tot een nachtmerrie.