Zaksloot, slootzak of klootzak. Al die namen kleven aan beroepsbezwaarmaker Johan Kemperink uit Tubbergen.
Een dikke 80-er die al jarenlang niet alleen de ambtenarij het leven zuur maakt, maar ook de inwoners van Tubbergen. "Aardige man, hij was vroeger bevriend met mijn moeder", zegt mijn vrouw.
Zo zie je maar hoe een mens kan veranderen. Maar wat mij nog het meest verbaast: hoe kan een mens zo vlak voor zijn dood nog zoveel wrok uitkramen? Jazeker, ook Johan heeft de meeste aardappelen wel achter de kiezen. Zo is hij al jaren verwikkeld in de strijd om een privébegraafplaats in De Haar, waar hij een stukje grond bezit. Tja, waar bezit hij geen stukje grond...?
Dat gevecht houdt hem kennelijk in leven, want er is nog geen vergunning van de gemeente. Dus kan hij er zelf nog geen eind aan maken. Iets wat hij vast en zeker overweegt. De man zit vol frustratie jegens zo ongeveer alle ambtenaren en Tubbergenaren.
Nu weer staat hij bij het rechtscollege de Raad van State. Niet voor wateroverlast, maar voor watertekort. Iets met drainage, een sloot en zakken. Ze noemen het de Zaksloot-kwestie. Je moet het maar verzinnen. Zijn assistent - of loopjongen zo u wilt - is Gerard Wolf. Die twee hebben elkaar gevonden, maar moeilijk was dat niet. Het is zijn vriend en buurman, die ook op de laatste benen loopt.
Daarom hoop ik dat ze bij de afdeling Ruimtelijke Ordening van de gemeente Tubbergen aanstaande maandag alsnog een vergunning afgeven voor een plekje in De Haar. Pas dan heeft Johan Kemperink rust, want ook dat gun ik hem wel. Per slot van rekening was hij vroeger "best aardig", zei mijn schoonmoeder.
Kwibus