Ruzie tussen exen in Geesteren liep totaal uit de hand

Rechtbank in Almelo
Rechtbank in Almelo
Foto: Mark Mensink

Een man uit Geesteren en zijn inmiddels in Denekamp woonachtige ex-vrouw kunnen niet meer met elkaar door één deur.

Verdachte Marloes V. moest vanmorgen, juist op de zestiende verjaardag van haar tienerdochter, voor de rechtbank in Almelo verschijnen. Met haar en hun beider achttienjarige zoon heeft ze geen contact meer.

Op 2 april 2018 kwam de vrouw tegen tienen ’s avonds bij haar ex-man Ewald H. aan de deur verhaal halen. Naar eigen zeggen, omdat ze zich actief wilde bemoeien met de opvoeding van de kinderen en daar de kans niet toe kreeg.

Er werden twee auto’s vernield en mogelijk ook klappen uitgedeeld. Maar zij wijst daarbij naar hem en vice versa. Agenten die ter plaatse kwamen hebben haar meegenomen naar het bureau. “Ik ben doodsbang voor die man”, verwees ze naar haar oud-echtgenoot. De nieuwe vlam van de Geesternaar, die een deel van de ruzie via Facetime kon beluisteren, is schijnbaar juist bang voor V.

“Ongeloofwaardig”

H. zat in de rechtszaal en nam even het woord, al werd hij snel afgekapt door de politierechter. “Je gaat er niet vanuit na de scheiding zo met elkaar om te gaan.”

De officier van justitie las de voormalig echtgenote op niet te verstane wijze de les en eiste, naast een voorwaardelijke werkstraf van 100 uren, een contact- en locatieverbod. Hij wees erop dat zij in de war is, haar eigen leven weer op de rit moet zien te krijgen en daarbij haar voormalige gezinsleden met rust moet laten.

Haar advocaat bepleitte daarentegen dat er te weinig bewijs is en teveel twijfel, dat volgens hem in het voordeel van zijn cliënte dient uit te vallen.

De vrouw krijgt psychische hulp voor haar emotionele instabiliteit en kan niet werken. In d’r laatste woord zei ze te hopen dat haar dochter ondanks alles nog een fijne dag heeft. “Ook al hoor ik daar niet bij.”

Uitspraak

De rechter geloofde eveneens de lezing, die ondersteund werd door diens vriendin. “Ik vind uw verklaring, namelijk dat meneer H. zelf zijn spullen vernield zou hebben, totaal onaannemelijk.” Ze ging verder ook volledig mee in de eis van het OM. Niet alle schade wordt vergoed, omdat in sommige gevallen de verzekering hiervoor al opgedraaid is.

V. gaat in hoger beroep tegen de straf.

De rechtszaak tegen H. over de vermeende mishandeling is voorlopig aangehouden.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen