Overal glas van bier- en drankflesjes rond hun tent, de tuinstoelen kapot en ook nog de deur van een keet opengebroken.
“Het was gewoon een grote bende”, vat Mariët Grootelaar samen. Ze is furieus over hetgeen dochter Charlène en twee vriendinnen vannacht aantrof bij hun kampeerplekje in een weiland tussen Geesteren en Manderveen. “Dat hebben ze helemaal zelf geregeld. Toestemming van de gemeente gevraagd en de boer, die ze vooraf in z’n geheel niet kenden, netjes benaderd met de vraag of het bij hem zou kunnen. En niemand in de buurt heeft last van ze, echt niet.”
Afgelopen nacht waren de in totaal drie meiden maar twee uur naar andere kampeerders geweest, toen ze terugkwamen en een behoorlijke ravage aantroffen. Het vriendinnenuitje kwam zo abrupt tot een einde. “We hebben vannacht meteen alles opgehaald. Ze hadden er ook geen zin meer in en waren gewoon overstuur, na dit te hebben meegemaakt. Huilen en wat niet. Echt sneu”, vertelt Mariët. “Waarschijnlijk hebben we al achterhaald wie dit op z’n geweten heeft. Eén jongen spraken ze al en die zegt dat hij er wel bij was, maar dat een vriend van hem de spullen kapotgemaakt heeft.”
Mariët overweegt er politiewerk van te maken als de veroorzaker(s) zich niet vrijwillig meldt om excuses te maken richting de meiden. “Als je een keetdeur openbreekt, is dat toch gewoon jezelf toegang verschaffen tot iets waar je niet hoort te zijn? Ik vind het bijna crimineel wat ze hen aangedaan hebben. En wat bereik je ermee? Niets. Zo jammer dit…”
