Hoewel staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) liever ziet dat gemeenten streng optreden tegen keten en hokken op het platteland, stelt Plattelandsjongeren Overijssel (PJO) dat deze plekken juist gekoesterd moeten worden.
Afgelopen week schreef de bewindspersoon aan de Tweede Kamer dat gemeentes eigenlijk het fenomeen zoveel mogelijk de kop in moeten drukken. “Het fenomeen hokken en keten is helaas nog aanwezig, er zijn met name landelijke gemeenten die wel hokken en keten hebben maar hier geen beleid op voeren”, aldus Van Rijn.
De reactie van Van Rijn is tegen het zere been van de PJO, dat positief is over het vormen van beleid rondom keten en ze veilig en verantwoord hoopt te houden. “De jongerenkeet is de ontmoetingsplek waar vrienden en bekenden dicht bij huis samen komen om na school of werk bij te praten, plannen te maken voor activiteiten en voor de gezelligheid. Met name in het weekend, wanneer er een biertje gedronken wordt, is er een grote sociale controle en spreken jongeren elkaar aan wanneer iemand teveel drinkt”, legt Else de Feber namens de grootste vereniging van jongeren op het platteland uit.
Keetkeur
De PJO heeft jarenlange ervaring met het initiatief Keetkeur, waarin zij jongeren ondersteunt in het verantwoord draaien van een keet. Keetjongeren krijgen een workshop gegeven door een peer (dit is een getrainde jongere van dezelfde leeftijd) over verschillende onderwerpen waarbij verantwoord omgaan met alcohol een belangrijk onderdeel is. Bewustwording en veiligheid in de keet zijn daarbij de speerpunten. Ilse Dierselhuis, PJO bestuurder ziet de gemeente als belangrijke partner in het vormen van beleid en veiligheid in keten. “We willen onze kennis en knowhow graag delen met beleidsambtenaren, het behoud van keten is namelijk van onschatbare waarde voor het platteland.”
