Provincie blijft Teerput Vasse scherp in de gaten houden

Foto: Mark Mensink

Hoewel de fysieke werkzaamheden inzake de sanering van de Teerput Vasse eind 2013 zijn afgerond, heeft de provincie nog een drietal opgaven: de formele afronding van de sanering, de monitoring van het grondwater en het nazorgplan.

In 2014 is het grondwater bij de teerput uitvoerig onderzocht. Op basis hiervan heeft het RIVM geadviseerd welke stoffen gemonitord moeten worden, iets dat is meegenomen in een nazorgplan. Naast het grondwater zullen ook de leeflaag, de stabiliteit van de afdichtende folie-constructie, de gasontwikkeling en de natuurontwikkeling gemonitoord worden.

De sanering

Na een voortvarende start, is de fysieke sanering medio 2010 is stilgelegd omdat onverwacht zuurteer aan het oppervlak kwam. Van de voorgenomen aanpak van sanering bleek na onderzoek dat deze niet zou gaan werken. De voorgenomen afdichting met Trisoplast is aangepast met geotextiel en HDPE-folie om extra stabiliteit te verkrijgen.

“Omdat bewoners zich grote zorgen maakten over hun gezondheid is er contra-expertise uitgevoerd naar de gezondheidsrisico’s, en is gebleken dat de teerput geen gevolgen heeft voor de gezondheid. Wel zijn toen aanbevelingen gedaan ten aanzien van luchtmetingen en onderzoek van het grondwater. Het grondwater onder en bij de teerput zal uitvoerig worden onderzocht en gemonitoord. Dit onderzoek is het afgelopen jaar uitgevoerd. Op basis hiervan heeft het RIVM eind 2014 geadviseerd welke stoffen de komende jaren in het grondwater gemonitord moeten worden. Dit advies is meegenomen in het nazorgplan”, zo laat de gemeente Tubbergen weten.

In de omgeving van de teerput was eveneens bezorgdheid over de aanwezigheid van dioxines en het bestrijdingsmiddel ‘agent orange’. Het idee bestand dat deze met de zuurteer zouden kunnen zijn mee gestort. Uit het grondwateronderzoek blijkt dat er geen dioxines, agent orange of andere organochloorbestrijdingsmiddelen in het grondwater aanwezig zijn. In het nazorgplan worden 5 specifieke maatregelen beschreven: Het monitoren van de leeflaag, het grondwater, gasontwikkeling, de stabiliteit van de afdichtende folieconstructie, en het ecologisch beheer en onderhoud van de vegetatie. De verantwoordelijkheid voor deze nazorg valt onder de verantwoordelijkheid van de provincie.

Peilbuizen

Een tweetal peilbuizen worden ten oosten van de teerput geplaatst. Dit zijn zogenaamde referentie peilbuizen aangezien de grondwaterstroming westelijk gericht is en daardoor niet beïnvloed zijn door de teerput.

Ten westen worden op verschillende afstanden en verschillende dieptes 7 peilbuizen geplaatst. “Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat de uiterste grens van het gebied waar grondwater voorkomt dat in contact kan zijn geweest met de zuurteer op circa 700 meter ligt. Dat wil niet zeggen dat het grondwater tot daar toe verontreinigd is. Er zijn alleen in de directe omgeving van de teerput licht tot sterk verhoogde concentraties aan verontreinigde stoffen aangetroffen”, rapporteert de gemeente. “De meest westelijk gelegen peilbuis ligt op ca 350 meter vanaf de teerput. Ten noorden van de teerput liggen 2 voormalige vuilstortplaatsen die mogelijk ook van invloed zijn op de grondwaterkwaliteit ter plaatse. Om dit na te gaan worden ook bij de stortplaatsen peilbuizen geplaatst. Op deze manier is ook na te gaan welke verontreinigingen toe te schrijven zijn aan de teerput en welke aan de vuilstorten.”

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen