“Kijk, zo hoog staat het onkruid nu.” Karin Reinerink-Hutten maakt zich als inwoner van dubbeldorp Harbrinkhoek-Mariaparochie en CDA-raadslid ernstige zorgen over de in 2014 opgeleverde natuurlijke speelberg.
Links en rechts liggen lege blikjes energiedrink, sigarettenpakjes en snoeppapiertjes. Op een doek zijn scheldwoorden geklad. Dat de kinderspeelplek ook door de wat oudere jongeren gebruikt worden, blijkt wel. Dat beaamt ook de politica die gisteravond in het gemeentehuis bij het college navraag heeft gedaan over deze verloedering, aan de rand van de nieuwbouwwijk Dannenkamp IV.
“Alsof het zo moest zijn, heeft de onderhoudsploeg van de gemeente net afgelopen week de paden in elk geval al gemaaid. Maar verder komt het nog behoorlijk rommelig over. Dat hoor je ook van kinderen in de buurt”, legt Reinerink-Hutten uit. “Die willen er niet meer spelen of mogen dat niet meer van hun ouders, omdat zij door het hoge gewas hun kinderen niet meer in de gaten kunnen houden. Het onkruid aan de zijkant staat er bijna net zo hoog als de appelboompjes.”
‘Nog een kans geven’
Het is de vraag of de natuurlijke speelberg in Harbrinkhoek ooit nog populair zal worden, al zijn er door verschillende instanties donaties gedaan om het in elk geval goed van start te laten gaan. Zo is de grond beschikbaar gesteld door de gemeente, hebben de provincie Overijssel en de Rabobank financieel bijgedragen en zijn werknemers van diverse bedrijven in hun vrije tijd druk geweest met de aanleg. Dorpsraad Harbrinkhoek-Mariaparochie heeft dit voornamelijk gecoördineerd. “Er is dus zoveel moeite in gestopt door velen, om het nu zomaar te laten mislukken – vind ik persoonlijk. Het ligt niet aan de gemeente, niet aan de dorpsraad, niet aan de omwonenden. Maar echte regie vanuit ‘iets’ mis ik wel. Jammer is dat”, aldus Reinerink-Hutten. Ze heeft al een positief onderhoud gehad met een ambtenaar. “Ze willen het echt wel oppakken, daar zit het niet op vast. Er is me toegezegd dat ze het nog eens compleet uit te snoeien en bij te werken. Maar daarna… hopelijk willen zich toch een aantal mensen hiervoor hard maken en eens in de zoveel tijd de handen uit de mouwen steken.”
