Gemeentes stoppen met SOWECO en nemen heft in eigen hand

Foto: SOWECO

De gemeenten Almelo, Twenterand, Wierden, Rijssen-Holten, Hellendoorn en Tubbergen willen vanaf 2021 zelf de begeleiding en zorg van de SW-medewerkers, die nu bij Soweco werken, in handen nemen.

Dat geldt ook voor de begeleiding en plaatsing van de andere doelgroepen uit de Participatiewet, dat nu gedeeltelijk door Soweco wordt uitgevoerd. Deze manier van werken leidt volgens de gemeentebestuurders tot nog meer aandacht, een betere zorg en een nog hechter samenspel met het lokale bedrijfsleven.

Om deze stap te kunnen zetten, hebben alle gemeenten, mede op basis van het bouwstenenrapport van Iroko, een eigen lokale uitvoeringsstrategie op hoofdlijnen uitgewerkt. De zes colleges hebben daarmee deze week ingestemd. Met als belangrijke uitgangspunten dat er voor de medewerkers van Soweco in hun huidige werksituatie zo min mogelijk verandert. En dat de gemeenten graag gebruik willen blijven maken van de kennis en ervaring van de stafmedewerkers van Soweco.

De gemeenten werken verder aan de in 2017 afgesproken afbouw van de Gemeenschappelijke Regeling. Ook willen ze per 2021 geen aandeelhouder meer zijn van de maatschappelijke onderneming Soweco.

Samenwerkingsvormen

Op een aantal onderdelen willen de gemeenten blijven samenwerken. Zo willen Almelo, Twenterand, Tubbergen en Wierden een gezamenlijke voorziening realiseren voor de meest kwetsbare groep mensen. Rijssen-Holten en Hellendoorn nemen de reeds bestaande vestigingen van Multipack in Rijssen en Nijverdal over. Ook op het gebied van salarisadministratie wil een aantal gemeenten samenwerken.

Keuze voor inclusiviteit

Met deze keuze willen de gemeenten bereiken dat zoveel mogelijk mensen gaan werken in normale banen bij reguliere werkgevers, rekening houdend met hun talenten en beperkingen. De groep SW-medewerkers is een relatief klein onderdeel van het totaal aantal mensen dat de gemeenten op dit moment zelf al begeleiden en bemiddelen. “Sinds de invoering van de Participatiewet hebben we als gemeenten al heel veel mensen naar een zo normaal mogelijke baan begeleid. Daarbij werken we samen met lokale ondernemers. En we geven als gemeenten en maatschappelijke organisaties het goede voorbeeld door werkplekken te bieden. Binnen het Werkplein Twente hebben we bij het instellen van de arbeidsmarktregio’s bovendien ook afspraken gemaakt met regionale ondernemers en met partners”, zegt Arjen Maathuis, voorzitter van het dagelijks bestuur (DB) van de gemeenschappelijke regeling Soweco. ”Bovendien merken we in de praktijk dat veel medewerkers van Soweco bij de gemeenten aankloppen met andere hulpvragen, bijvoorbeeld op het gebied van wonen, WMO, zorg, eenzaamheid enz. Door de totale zorg voor deze mensen centraal bij de gemeenten te organiseren (integrale benadering), kunnen we beter voorkomen dat mensen met hulpvragen tussen wal en schip vallen.”

Toekomstbestendig

Naast de versterking van inclusiviteit, hebben de gemeenten ook gekeken naar de toekomstbestendigheid van Soweco. “Het gaat nu misschien goed, maar de vraag is of dat in de toekomst zo blijft”, vertelt Martha van Abbema als vice-voorzitter over de gemeentelijke afwegingen. “Het aantal SW-medewerkers neemt in rap tempo af, omdat er sinds de invoering van de Participatiewet geen nieuwe mensen meer bij komen. Binnen 10-15 jaar doet de laatste SW-medewerker bij Soweco het licht uit. Ook gaan de gemeenten de zorg en begeleiding van andere doelgroepen uit de Participatiewet geheel zelf uitvoeren, omdat ze dan meer flexibiliteit hebben binnen het totale budget. Hierdoor raakt Soweco ook een flink stuk omzet kwijt. Daarnaast zijn er plannen om de mensen, die in het gemeentelijk groen werken, bij de gemeenten in dienst te nemen. Dat betekent dat zo’n 33 procent van de medewerkers rechtstreeks bij de gemeenten komt werken. Om Soweco dan financieel gezond te houden, zal steeds meer werk uit de marktsector moeten komen, terwijl dit aandeel in de omzet het afgelopen jaar juist met 10 procent is gedaald. Soweco wordt dus steeds meer een commercieel bedrijf. En dan moeten we ons als gemeenten echt afvragen of we een bedrijf willen besturen, waarbij we ondernemersrisico’s lopen, terwijl je weinig invloed hebt op de bedrijfsvoering. En waar je verplicht bent om de jaarlijkse tekorten bij te passen. Bovendien kunnen veel van de overgebleven activiteiten ook door de gemeenten zelf worden gedaan. Daarom is het belangrijk om nu een toekomstbestendige keuze te maken. Want nu kunnen we de kosten die daarmee gemoeid zijn nog managen. Uitstel is wat dat betreft geen optie.”

Goedkoper?

De vraag is of het afbouwen van Soweco en het overnemen van deze taken door gemeenten ook goedkoper is. Uit een eerste verkenning blijkt dat uitvoering van de Wsw door gemeenten net zoveel kost als de uitvoering door Soweco. Dit onderdeel van het plan kan dus budgetneutraal worden uitgevoerd. Op termijn zijn efficiencyvoordelen te behalen, omdat bijvoorbeeld de groenmensen rechtstreeks bij de gemeenten in dienst komen. Ook het zelf uitvoeren van de zorg en begeleiding van andere doelgroepen uit de Participatiewet leidt bij de gemeenten naar verwachting niet tot kostenstijgingen.

Financieel voordeel van de plannen is dat de gemeenten niet meer ‘automatisch’ opdrachten aan Soweco moeten uitbesteden. Ook de jaarlijkse tekorten hoeven niet meer te worden bijgepast. Verder krijgen de gemeentebesturen met dit plan veel meer grip op de eigen budgetten. Subsidies, tekorten en opdrachten worden nu min of meer verplicht naar Soweco gebracht, waar zij telkens met zes colleges en zes raden moet besturen. Door de regie in eigen hand te nemen, kunnen de middelen vermoedelijk veel gerichter en meer volgens lokale behoeften worden ingezet.

Duidelijkheid en rust

“We willen nu keuzes maken, zodat we na jarenlange politieke dialoog duidelijkheid en rust kunnen bieden aan de mensen, die bij Soweco werken. Zorg en aandacht voor deze groep staat wat ons betreft centraal”, zegt Maathuis. “We gaan ook ons uiterste best doen om deze verandering voor hen zo geruisloos mogelijk te laten verlopen. De huidige werksituatie (detachering en/of beschutte werkplek) blijft zoveel als mogelijk bestaan. Inclusief de samenstelling van de teams, de begeleiding en de werkplek. Verder beloven wij de zekerheid van een baan, arbeidsvoorwaarden en goede begeleiding en zorg. Met de groep van 80 stafmedewerkers gaan we graag in gesprek hoe we hun kennis en ervaring kunnen integreren bij de gemeenten.”

Zodra de politiek richtinggevende besluiten heeft genomen, start het maken van de uitvoeringsplannen. “Vanaf dat moment is de OR nadrukkelijk ook gesprekspartner, omdat het dan over verandering en uitvoering gaat. De politiek gaat over de richting, de ondernemingsraad is formeel gesprekspartner bij de inrichting”, zegt Maathuis, die aangeeft er via de ambtelijke regiegroep gesprekken zijn met de OR. En dat het DB constructief in gesprek is met de directeur en raad van commissarissen.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen