
Aan de muur hangen schilderijen van Jezus en Maria uit vervlogen tijden. Géén Ton Schulten, al zou de eenvoud niet misstaan.
In de kamer staat een eiken, handgemaakte kribbe met stro en een pop van de Marskramer. Zijn kleding is ‘Scapino-degelijk’ en in zijn ‘herberg’ is altijd plek. Zo luidde deze week het kerstverhaal over oud-pastoor Van der Sman (75).
De vroegere pastoor uit Tubbergen is thans woonachtig in het naburige Rossum. Nog altijd is zijn aanspreektitel Zeereerwaarde Heer Pastoor. Je schrijft het zelfs met hoofdletters, maar tegenwoordig is iedereen gelijk. Dus noemen ze hem gewoon Theo. Maar eigenlijk is het emeritus Theo, want de pastoor is met pensioen.
Heel anders gaat het bij zijn opvolgers. Moderne jeugdzorginstellingen met hippe begeleiders op Jezus-sandalen, zelfgebreide kersttruien en een goedbetaalde parttime baan. Veel mooier wordt het niet.
"Fijn heertje", zei mijn moeder vroeger als meneer pastoor weer eens op bezoek was geweest. Gelijk dacht ik dan aan zo’n gelijknamige gevulde koek (met daarbovenop slechts één noot) verstopt in het dressoir, voor het geval meneer pastoor plotseling langskwam. De laatste keer kwam hij niet voor een gevulde koek, maar om te vragen of ik in het ‘zangkoortje’ mocht, en nog mooier, als misdienaar wou aantreden.
Dat eerste is gelukt. Slechts twee regels van het weesgegroet: ‘Ave Maria’ en ‘Gratia Plena’. Een duet met Paultje Lucas (van ’t kanaal), maar vanwege een fluim in het wijwaterbakje achter in de kerk werden we al na twee weken naar huis gestuurd. Momenteel sturen ze je voor zoiets door naar jeugdzorg.
Pastoor Theo van der Sman bekommert zich nog dagelijks om mensen in problemen. Gratis! En wie denkt dat een pastoor goed bij kas zit vergist zich. Een parttime juffrouw van de basisschool verdient aanzienlijk meer dan een fulltime pastoor van een basiliek.
Overigens geldt dat ook voor jeugdzorg. Een miljardenindustrie waar alles draait om verdienmodellen. Er gaat meer geld naar jeugdhulpverlening dan naar de Nationale Politie - om maar eens een voorbeeld te noemen. En alle instellingen zitten mudjevol. Er zijn lange wachttijden.
Gelukkig is Theo er nog. In zijn ‘herberg’ is altijd plek.
"Fijn heertje..." hoor ik iemand zeggen.
Fijne kerstdagen!
Kwibus